art. i b. der ontwerp-statuten en behoort al het overige thuis in de openbare vergadering. De posten betreffende uitgaven voor acties enz., in 't algemeen voor zaken bedoeld in art. i b. behoeven slechts gedetailleerd te worden voor de gewone leden. En waarom zouden de buitengewone leden niet mee bestuurs leden mogen kiezen? Vreest ge een te grooten invloed? Indien dat ooit het geval zou worden zou zonder twijfel op nieuw reorganisatie aan de orde komem, want dan zou onze vereeniging geheel van karakter zijn veranderd. Werden Uwe concepten aangenomen, ik vermoed dat de lijst der buitengewone leden blanco bleef, aan gissingen hoe 't zou staan met die der gewone leden waag ik mij voorshands niet. Hoogachtend, uw dw. Arnhem, 25 Maart 1913. J. F. A. VAN RlESSEN. Assen 3 Maart 1913. Hierbij hebben de ondergeteekenden, allen leden der vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde te Assen, de eer U te berichten, dat zij zich over het geheel zeer goed kunnen vereenigen met de ontwerp-statuten en het ontwerp-huishoudelijk reglement van de vereeniging voor K. en L. Zij zouden het evenwel gewenscht achten, dat achter art. 18 der statuten na het woord «oordeelt» gelezen werd «of zulks ver zocht wordt door één of meer afdeelingen ter behandeling van een bepaald onderwerp». Ook aan de eerste alinea van art. 35 van het huishoudelijk reglement zouden deze woorden dan moeten worden toegevoegd. Doel hiervan is te voorkomen, dat behande ling van eenig onderwerp, door eene afdeeling urgent geacht, door het hoofdbestuur kan worden op de lange baan geschoven. Ook zouden ondergeteekenden gaarne zien, dat art. 11 van het H. R. de mogelijkheid liet, dat de afdeelingen van hare leden contributie kunnen heffen tot een zeker maximum (zegge b.v. 2.50) per jaar.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 74