79
en dat daarvoor is in de plaats gekomen de taak om voor' de
belangen der hoofdambtenaren in het krijt te treden.
Het geheele uitgebreide gebied, omschreven in art. ia der
Statuten zal volgens onze voorstellen voor hen toegankelijk blijven.
Te goeder trouw hebben ondergeteekenden gemeend, dat door de
voorgestelde regeling de positie der hoofdambtenaren in onze
vereeniging eene aangenamere, geenszins een minder aangename
zou worden, en dat hunne uittreding uit onze vereening, die ook
door ons zéér betreurd zou worden, niet te verwachten is.
Amendementen Kreeftenberg en van Riessen.
De door de Heeren Kreeftenberg en van Riessen afzonder
lijk ingediende amendementen vertoonen onderling veel overeen
komst. In hoofdzaak komen ze neer op het schrappen, althans
weer facultatief stellen der af deelingen, en het aanstellen van een
correspondent aan iedere bewaring.
De heer Kreeftenberg heeft tegen ons voorstel om de leden
in afdeelingen te groepeeren een groot principieel bezwaar, samen
gevat in deze woorden: «de wetgever moet regelen, niet scheppen».
Aangenomen eens dat dit zoo is, kan nu werkelijk met betrekking
tot het indeelen van de leden eener vereeniging in afdeelingen
gesproken worden van scheppen? Is dat niet veeleer: groepeeren,
ver de eten, regelen?
De heer van Riessen zegt: «U decreteert afdeelingen», en
bedoelt daar waarschijnlijk mede, dat de meerderheid der le
den, die hopelijk onze voorstellen zal aannemen, de afdeelingen
decreteert. Indien echter eens niet onze voorstellen op dit
punt, maar de amendementen van den heer van Riessen wer
den aangenomen, zouden dan de correspondentschappen niet
evengoed worden gedecreteerd? Waarom mag het een niet, het
ander wel?
En waarom vormen onze jj afdeelingsbestuurderen ten opzichte
van de 155 leden een wanverhouding, en de 34. correspondenten
van den heer van Riessen niet?
Ook verwijt de heer v. R. ons, te hebben verzuimd, de moge
lijkheid onder de oogen te zien, dat geen enkel lid aan het
oprichten der afdeeling zou komen meedoen. Heeft de heer v. R.
gedacht aan de mogelijkheid, dat geen enkel lid correspondent