84 Dit optreden van groepen van leden, buiten de vereeniging om, heeft ten overvloede aangetoond, dat onze vereeniging anders georganiseerd dient te worden. Wij hopen, dat de nieuwe orga nisatie mede een waarborg moge bieden, dat in de toekomst dergelijk partieel optreden omtrent algemeene belangen, niet meer kan voorkomen. De voorgestelde amendementen zijn een poging, dien waar borg te verschaffen. Misschien kan worden volstaan met de eenvoudiger bepaling, dat optreden tegen het belang der vereeniging aanleiding kan zijn tot royement. Wat is het belang der vereeniging? Wat zijn algemeene be langen? Behooren b.v. acties om standplaatstoelage tot de laatste? Hoewel wij het gewenscht vinden, dat ook zij van de vereeni ging uitgaan, kunnen leden van meening zijn, dat de bevordering van die, hunne plaatselijke wenschen, beter in eigen handen is. Is hier voor het bestuur reden tot voorstellen, overeenkomstig de amendementen; O.i. wordt de beslissing in dezen beheerscht door de eenvoudige vraag, of uit de actie in questie al of niet nadeel kan voortvloeien voor andere groepen van leden. G. W. Kloosterboer. L. Bakker. J. B. T. Vriend. Bovenstaande amendementen kwamen nog bij de commissie in, toen al het vorige reeds ter perse was. Het is volkomen verklaarbaar, dat naar aanleiding van de eerste, en de daaruit noodzakelijk voortgevloeide tweede afzonderlijke salarisactie, omgezien wordt naar middelen om dergelijk on-organi- satorisch optreden voor den vervolge te voorkomen. Die midde len liggen echter geenszins voor het grijpen. Een verbodsbepaling heeft alleen zin, indien ze vergezeld wordt door een strafbepaling. De eenige straf die de vereeniging kan uitspreken is royement en dit strafmiddel moet naar meening van de ondergeteekenden met groote omzichtigheid gehanteerd worden, vooral waar het geheele groepen van leden betreft. Niet te ontkennen is, dat de tegenwoordige organisatie onzer vereeniging dergelijk optreden in de hand werkt. De geheel op

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1913 | | pagina 84