94
aansluiting aan 3, 4 en meer punten verkrijgen voor de hoek-
correctie, welke gelijk is aan het verschil van de verdraaiingen,
welke de beenen van den hoek ondergaan.
Bepaling der hoekcorrectie voor j punten.
Voor 3 punten wordt de formule (8) voor de verschuiving:
A s<fi «2a, «la, r9
Voor de vergrooting en verdraaiing van de lijn 1 2 vinden we:
A s2(i,— Aji miaa fa<fp—r\<P*\-icin\a^!ri<pi—r\<?i_
C,+AV-.=
m-2^ (r2 n 9t) m ap 11
Voor de vergrooting en de verdraaiing van de lijn 1 3
vinden we:
V2 A V= 1 A =^2a2(^3¥,3 ^iPl) OTi«1- (I2)
Verminderen we (11) met (12) dan is de uitkomst:
Vx - V2 (A - D2) V= i m2rli (r2lf i - r3<pa) m2^
waar /j de lengte der zijde 2 3, (3\ 't argument van die zijde
in 3 voorstelt. De hoekcorrectie is nu het imaginaire deel van
het richtingsgetal.
Hoekcorrectie S A A m2 h sin (x2 /3i)-
Deze formule geldt voor het oorspronkelijk stelsel.
Willen we nu langs graphischen weg de correcties bepalen,
dan laten we de x as X2 draaien, en noemen we dan de hoeken
die de zijden met de nieuwe x as maken (3 dan is (3 (3 -j- 1x2-
De algemeene formule voor de hoekcorrectie wordt dan:
<5 m2 /sin f3'. (x3)
Dit is dezelfde formule, in 85 van het «Leerboek der lagere
Geodesie» van M. de Vos, ontwikkeld, langs een anderen weg
echter. Voor de graphische toepassing dier formule en de gra-
phische bepaling van m2 zij naar dat leerboek verwezen.
Bepaling der hoekcorrectie voor 4 punten.
Voor 4 punten wordt formule (8) der verschuiving:
A^ m3a, A3 mA V miar<? m°ao
r3 p, ri <px