Uit deze 2 formules zijn m3a^ en ni2a^ te berekenen.
Daar r3^ (4)4(08)4 is, krijgen we voor m3a
(A ^3)^ (A ^4)^
m3
"3 (khPi), (4)2 (/33)2 (4)4 o?3)4 (4)i(^\ (4)2(A), (4)4(/?s)4
(4)i((4M4)4 1 (/3s)2 {^41
4t j (/34)i (^4)2 (/33)4
I (4)i (4)2 (4)41
Wanneer men het verschil van twee richtingsgetallen nemen
moet, zooals dat voor de berekening van in3tt3 het geval is, neemt
men de verschillen van de cos en sin waarin die richtingsgetallen
te ontbinden zijn.
Verder kunnen aan het net van hoogere orde ontleend worden,
(4)i (4)2 (4)i (4)2 °f de logarithmen daar
van en (/33)i (|33)2 (/34)i (/34)2.
(4)4 of log (4)4 en (/33)4 dienen uit de verschillen der coördinaten
der punten 3 en 4 berekend te worden.
Zijn ?n3a en mïa berekend, dan is de derde wortel gemak
kelijk te bepalen. Noemen we dien derden wortel (r3 ')y'daar
mee te kennen gevend, dat het punt 3', bepaald door het rich
tingsgetal {r3')a,3', een verschuiving o ondergaat, dan is:
m2a
fi9l +r2Vi fcX,' -
omdat de som van de wortels van elke n° machtsvergelijking,
gelijk is aan de coëfficiënt van den tweeden term, met het tegen
gestelde teeken genomen, gedeeld door de coëfficiënt van den
eersten term.
En daar rx pi -|~ r2 v% o, is
m2\
J X2 <Z3.
Zijn de 3 wortels bekend, dan is de formule voor de verschuiving:
A SfJ, 7)l3 (7y ^\(p\) <p ^*2 (p^ i?<p (^3 )^»3')
«3 «3 (^)l (M, (1^1 (^V^V
A y m3 (lp)2 (/j)3sin (<%3 (/3^)i ((3^2 {(3p)3
A X »23 (/j)i (^2 (/j)3cos -f- ((3p)\ 4 ((3^2 ((3p)3
IOO
óa3
Er wordt verondersteld, dat de punten 3 en 4 aan weerskanten van de drie
hoekszijde 12 liggen.