4 punten berekenen, en daaruit zijn dan weer de hoeken te be
rekenen, welke de zijden en de diagonalen met de X as maken.
Door aftrekking vindt men dan de hoeken, waarin de vierhoek
door de diagonalen wordt verdeeld. Trekt men die hoeken af
van de overeenkomstige waarden uit het net van hoogere orde,
dan vindt men tenslotte de begeerde correcties voor de hoeken
der aansluitingsdriehoeken. Uit die wijzigingen wordt dan op de
bekende wijze, half door berekening, half graphisch, de stand
der assen gevonden.
Indien deze bewerkingen vergeleken worden met die, welke
de bepaling van bij de directe methode vereischen en in-
dien in 't oog wordt gehouden, dat de directe methode de cor
recties aan de punten (coördinaten) van een net bepaalt (voor
het net, in deel VII geteekend, bedraagt dit getal 30) de indirecte
methode de correcties aan de hoeken der driehoeken (in dat net
138), dan komt het me voor, dat de directe methode bij de aan
sluiting aan vier punten met voordeel is toe te passen.
B. H. Rethmeier.
GEDEELTELIJKE KADASTRALE PERCEELEN
EN
DE OPMAKING VAN MEETBRIEVEN.
„Wanneer een onroerend goed bestaat uit een gedeelte van een
kadastraal perceel, behoort tot de stukken, benoodigd voor de opma
king der gerechtelijke akte, een meetbrief, zijnde een extract uit het
kadastrale plan, waarop de nieuwe grenzen en de meetcijfers
waardoor zij worden bepaald, zijn aangewezen.
Die meetbrief wordt vermeld in de gerechtelijke akte en daar
aan vastgehecht."
Aldus artikel 2 van Staatsblad 1880 No. 147, gewijzigd bij
Staatbladen 1890 N°. 130 en 1901 N°. 217.
Erg gelukkig in de keuze zijner woorden is de auteur hier
niet geweest, aangezien niet voldoende duidelijk is weergegeven,
wat eigenlijk bedoeld wordt, zoodat een minder juiste uitlegging
vaak het gevolg hiervan is. Mijns inziens kan de bedoeling
van dit artikel niets anders zijn dan de volgende.
102
?»3 0t3