io9 de grensmuren op te kunnen geven, moet men zeker zijn van zijn zaak. Die zekerheid heeft de ambtenaar van het Kadaster echter bijna nooit en wel omdat hij dikwijls aangewezen is op de ver klaringen van den Inlandschen opnemer, wat vooral het geval is voor de buitenafdeelingen, aangezien een deugdelijke controle te kostbaar zou zijn, ongeacht nog het gebrek aan technisch Euro- peesch personeel. Mijn ervaring op het gebied van grensmuren is dan ook van vrij treurigen aard: de werkelijke toestand heeft in den regel niets gemeen met hetgeen de mantri heeft ver klaard Wat de afmetingen op de meetbrieven betreft, ook daarin worden veel fouten begaan. Hoe dikwijls toch is het niet ge bleken, dat de afmetingen van een perceel, waarvan reeds een door het Nieuw-Kadaster opgemaakte meetbrief bestaat, foutief zijn. Het gevolg hiervan is alweder de ambtshalve-opmaking van den z.g. verbeterden meetbrief, die op zijn beurt weer fout kan zijn wat de opgave der grensmuren betreft. Waren die af metingen nu niet vermeld, zoo zouden die paar palm verschil naar buiten ook niet gebleken zijn! Immers in de teekening, verband houdende met de schaal, geeft dat geen verschil. In het veldwerk echter moeten die afmetingen wel worden ver meld om later alles daaruit te kunnen putten. In het kort dus, de meetbrief moet niets anders zijn dan een zuiver copie van het kadastrale plan, zonder onnoodige opsiering, terwijl het veldwerk steeds zoo volledig mogelijk moet zijn en met wat meer netheid en zorg opgemaakt, m.a. w. het veldwerk moet de plaats vervangen van de kaart van den tegenwoordigen meetbrief. Ook het opgeven der belendingen en het vermelden in het slot der namen van de eigenaren kan als overbodig worden weg gelaten. Alles, wat niet direct leidt tot de verzekering van den rechtstoestand van den grondeigendom, dient in den meetbrief ook onvermeld te blijven! Het gevolg hiervan zal zijn de veel vluggere afwerking, waarmee de grondeigenaar zeer gebaat zal zijn. Ihans echter is de langwijlige opmaking der meetbrieven dikwijls een belemmering voor den regelmatigen omzet van den grondeigendom, een belemmering dus ook voor een gezonde ont wikkeling van het grondcrediet. Met het bovenstaande is in geen geval bedoeld critiek uit te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 115