oefenen op het één of ander, doch slechts een bescheiden po
ging ter verkrijging van eenvoudiger voorschriften inzake de op
making van meetbrieven en wat daarmede samenhangt.
H. A. K.
OPSTELLING VAN DEN NAU WKEURIGHEIDS-
PLANIMETER.
De heer G. Coradi te Zürich zegt in de brochure (A°. 1912
op blz. 11) over zijne planimeters:
«3) Elke planimeter behoort immer in zoodanigen stand ten
opzichte van de mechanisch te meten figuur gebracht te worden,
dat de grenzen dier figuur niet nabij en evenwijdig met de
grondlijn loopen.
Dezen gunstigen stand verkrijgt men door den volgenden regel
4) Men plaatst de voerstift in het midden der te meten figuur
en vervolgens de pool zoodanig, dat het verlengde van het vlak
der meetrol door de pool gaat.»
Dit advies is niet geheel juist, want in elk punt van den cirkel
omtrek, uit het midden der figuur met een straal gelijk aan dien
van den grondcirkel getrokken, staat de pool zoodanig, dat bij
plaatsing van de voerstift in bedoeld middelpunt het verlengde
van het vlak der meetrol de pool treft.
Aldus te werk gaande heeft men alléén zekerheid, dat de
grondcirkel de te meten figuur ongeveer halveert en kunnen de
grenzen ten opzichte van den grondcirkel zéér ongunstig ge
legen zijn.
Doch gesteld, dat men het door oefening zóó ver kon brengen
op den cirkelomtrek voor de pool het punt vlug te kiezen, waarbij
wordt voldaan aan de sub 3 geformuleerde voorwaarde, dan heeft
die verrichting nog het groot nadeel dat door heen en weêr
schuiven van de zware poolschijf de te behandelen teekening
wordt beschadigd. Wil men de teekening sparen door de pool
schijf bij de draaiing om de voerstift te lichten, zoo veroorzaakt
dat wringing van de assen, de edelste deelen van het instrument,
zulks is stellig af te keuren.
Jaren geleden, heb ik voor de opstelling van den planimeter
I IO