I375 121 voldoen is wel deze: het maximum moet voor ieder zóó tijdig bereikbaar zijn, dat de pensioensgrondslag naar dat maximum berekend kan worden. De oudere landmeters deden dan ook ten vorigen jarige een billijk ver zoek toen zij vroegen om aan allen met 30 dienstjaren als landmeter het maximumtraktement toe te kennen en dit op grond van de navolgende overwegingen: Het Koninklijk besluit van 28 Februari 1911 N». 49 met zijne bepaling om alleen de 15 oudste landmeters met 30 dienstjaren/200 meer traktement toe te kennen, doet afwijken van het eenmaal gehuldigde stelsel van opklimming naar dienstjaren (K.B. van 10 Februari 1900 N». 36) en voert weder in het vroeger zoo onbillijk gebleken stelsel van belooning naar de plaatsing op de ranglijst, die van allerlei toevallige omstandigheden afhankelijk was. Vele der oudere landmeters zullen reeds den pensioengerechtigden leef tijd bereikt hebben vóór zij tot de 15 oudsten zullen behooren en zullen dus hun pensioen niet berekend zien naar een pensioensgrondslag van ƒ3200. Speciaal de landmeters die'in de jaren 1882—1885 aan het landmeters examen voldeden, kunnen nimmer de 32*0 bereiken en zullen dus opnieuw nadeel ondervinden; opnieuw omdat zij door hunne benoeming tot de 4e klasse reeds onder veel minder gunstige financieele regeling ge diend hebben, dan tal van hunne oudere collega's, zooals uit het onder staande overzicht blijkt: Toestand in 1878. Aanvangstraktement (leeftijd 21 a 22 jaar, diensttijd als adsp. landmeter 2 a 3 jaar) Na ongeveer 4 jaren (op 25 jarigen leeftijd) Na verder 5 jaren (dus op 30 jarigen leeftijd). Opnieuw na 7 a 9 jaren (dus op 40 jarigen leeftijd) Zie „verslag" pag. 4 en 28. Oud-landmeters der 4e klasse. Aanvangstraktement in 1887/88/900 ƒ125 kf 150 aan particulier werk. (leeftijd gemiddeld ruim 28 jaar, diensttijd gemiddeld 8'/s jaar). Tot ongeveer hun 4oe jaar hoogstens 1600, hieronder begrepen het particulier werk. Dit laatste totaal inkomen van f 1600 eerst in Mei 1897 bij de invoering van de regeling van Mr. Sprenger van Eijk; vóór dien tijd genoten zij als maximum-traktement 1200. De bestaande regeling brengt tal van landmeters in onguustiger conditie dan de andere ambtenaren van het Kadaster. De ingenieurs-verificateur, die den dienst allicht niet verlaten vóór zij minstens den 65 jarigen leeftijd bereikt hebben, zullen dan in het genot zijn van hun maximum-traktement; de boekhouders en de teekenaars van 1604 2063 2521

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 127