van de geographische breedte, dan wel aan factoren, welke de
waarnemingen in den loop van het jaar beïnvloeden, terwijl
de astronoom F. E. Ross vau het observatorium te Gaithers-
burg van meening is, dat de Kwiufci-tcrvi moet worden toe
geschreven aan periodieke fouten in de declinaties der gebruikte
sterren en aan de wijze, waarop de sluitfouten over de verschil
lende sterregroepen worden verdeeld. Ross komt daardoor tot
de gevolgtrekking:
«The Kimura-term is a computational result, due to our
ignorance of the correct method of partition of the closing
sum or Schlussfehler«.
Bonsdorff te Pulkowa weerspreekt echter deze meening
op grond van de reeds sedert 8 jaren onafgebroken te 1 ulkowa
uitgevoerde waarnemingen van a Cassiofteiae en komt tot de
slotsom
«Auf Grund dieser Resultate muss das Kimura-Glied
als ein reëlles, in den Polhöhen wirklich auftretendes
periodisches Glied angesehen werden.» 2)
De veranderingen in breedte, lengte en azimuth kunnen worden
aangegeven door de volgende formules:
0 0O x cos A y sin A -f 2
Ao (jV cos A x sin a) tang 0
en «o O cos A x sin a)
waarin 0 de waargenomen poolshoogte, A de westelijke lengte
van de plaats van waarneming en a het direct gemeten turestrisch
azimuth voorstelt, terwijl 0O, Ao en xo deze waarden aangeven
na de reductie voor de ligging van de middelbare pool, x en y
zijn de rechthoekige coördinaten voor de momenteele ligging
van de pool (in voor den tijd der waarnemingen in het door
Prof. Albrecht ten grondslag gelegde Coördinatensysteem, dat
zooals wij boven reeds hebben gezien tot «oorsprong» de on-
geveere ligging van de middelbare pool en als positieve ab-
scissenas de richting naar Greenwich heeft; verder stelt z den
Kimura-term voor.
Voor het jaar 1910, waarin de grootste van de tot nog toe waar-
152
i
Astronomische Nachrichten, iqi3> Band 193 N°. 4630, Seite 403.
Astronomische Nachrichten, 19131 Band 194 N°. 4635, Seite 43.
