154
toeging der pool, doch kan het bedrag" der verplaatsing slechts luttel
doen wijzigen; ook de uit deze oorzaak volgende afwijking van
de richting der verticaal tengevolge van deformatie van het
niveauvlak en sehollenbeweging in meridionalen zin, is van weinig
beteekenis, door de meridionale componente van de afwijking
der richting van de verticaal niet hooger stijgt dan o",oo8 en
de halve amplitudo dezer sehollenbeweging hoogstens 3-4 c.rn.
bedraagt.
De afwijkingen in de geografische breedten kunnen, voorzoo
verre zij niet het gevolg zijn van de werkelijke verplaatsing van
de omwentelingsas, met betrekking tot het lichaam der aard-
spheroïde, ook worden veroorzaakt door storingen, welke de rich
ting van de verticaal der plaats van waarnemingen heeft onder
gaan tengevolge van massa-verplaatsingen. Deze storingen van
de verticaal dragen echter in den regel een seculair karakter,
doch kunnen tot vrij belangrijke bedragen klimmen, terwijl zij
daarenboven dikwerf optreden in tegengestelden zin, dan men
volgens het reliëf van het aardoppervlak zou vermoeden.
Zoo wijkt het schietlood in de omgeving van Moskou, dus te
midden van de groote Russische vlakte, waar belangrijke vei-
heffingen ontbreken, Noordwaarts uit tot een bedrag van 10,6;
bij Florence en Pisa richt het zich niet naar de Apennijnen,
doch Westwaarts naar de Ligurische Zee en ook bij Madras
wijkt het niet landwaarts af in de richting der Ghats, doch Oost
waarts naar de Golf van Bengalen.
Daar verder in tegenstelling met hetgeen men meenen zou te
kunnen verwachten, de intensiteit der zwaartekracht boven de
oceaan in den regel relatief grooter gebleken is, dan die welke
op de continenten werd geconstateerd, heeft men ter verklaring
van de afwijking zoowel in de richting van de verticaal als van
de intensiteit der zwaartekracht aan moeten nemen, dat onder de
oceanen massa's van grootere dichtheid dan die der continenten
aanwezig zouden zijn, terwijl verder plaatselijke «massa-defecten»
voor zouden kunnen komen.
Pratt grondde hierop zijne hypothese van het «isostatisch-
evenwicht» der aardkorst, waarbij wordt aangenomen, dat boven
Dr. W. Schweydar,- Uebet Kurzperiodische Aenderungen der Geogr. Breite. Astr.
Nachr. 1913, Band 193 Seite 349.