i57 van alle aardbevingen. De tweede gordel tevens de «Vuur ring» van den Grooten Oceaan omvat dit groote water bekken en loopt dus langs de Cordilleras de los Andes en de gebergte-systemen van Midden- en Noord-Amerika, om dan verder over Aljaska en Japan de eilanden-guirlanden te volgen, welke de kusten van Azië en Indonesië omzoomen. Deze gordel omvat 41 der aardbevingen, zoodat derhalve 95 °/0 van alle bekende aardbevingen tot deze beide gordels behooren. Beide omvatten tevens de meeste en de hoogste der thans op aarde bestaande bergcomplexen, en deze bergsystemen verkregen in hoofdzaak hunnen vorm in eenen tijd in geologischen zin nog niet zoo heel lang geleden, n.l. in den neogeen-quartairen tijd, terwijl de geweldige krachten, die hen uit de diepten om hoog persten ook thans nog voortdurend, doch blijkbaar in af nemende mate, het oppervlak der aarde vervormen. Waar thans de met sneeuw en ijs gekroonde toppen van den Himalaya-keten tronen, daar klotsten eens de golven der oerwate- ren in de diepe «Middellandsche» geosynclinale, die in het «mesozoïsche» tijdperk hier het «Sino-Siberische» Continent scheidde van het Australo-Indo-Maleische, terwijl ter plaatse waar thans de Cordilleras hemelwaarts rijzen, de wateren golfden van de geosynclinale, die het voormalige «Pacific»-continent scheidde van het Noord-Atlantische en Africano-Brazilische werelddeel. Slechts weinige en dan buiten deze gordels liggende bergreeksen stammen uit een vroegeren tijd, bijv. de Appalachen of het Alleghanygebergte in Noord-Amerika en de Oeral, die beide hun ontstaan danken aan eene opplooiing van de aardschors in de «palaeozoïsche» periode. In de lange tijdruimte, welke deze oude opplooiingen scheidt van de jongere, dus gedurende de geheele «mesozoïsche» pe riode, waarin de sedimenten van het »trias», «jura» en «krijt»- tijdperk werden afgezet, ontbraken opplooiingen wel is waar niet geheel en al, doch verkeerde de aardkorst toch in betrekkelijke rust, een rust echter, waarin de «potentieele» energie werd opgehoopt, die in «kinetische» omgezet de geweldige beroeringen teweegbracht, waaraan wij het tegenwoordig uiterlijk der aarde danken. 1 Mr. -A-. J. M. van Waterschoot van der Gracht. Bodembewegingen. Jaar verslag der Rrjksopsporing van Delfstoffen over 1910.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 167