Wanneer het opgeplooide gesteente meer plastisch is, zooals dat bij de sedimentaire lagen het geval is, dan ontstaan geene distractie-spleten, doch op den rug der anticlinale hebben bekkenvormige inzinkingen plaats. Tengevolge van deze distractie verschijnselen krijgen dus de hoe langer hoe hooger opgeperste anticlinalen, naarmate zij uit meer of minder vast, dan wel plastisch gesteente beslaan, den vorm, zooals wij die in de hooggebergten kennen. In de onderste lagen der schors moeten noodzakelijk ten ge volge van den reusachtigen druk en de daarmede gepaard gaande hooge temperatuur ook de meest harde gesteenten plastisch worden, waardoor eene plastische zone wordt gevormd tusschen de buitenste lagen der schors en de kritischekern; daar verder m de onderste of de «druk»zone der anticlinalen de beweging centrifugaal en dus naar buiten is gericht, worden hier onder den invloed van dezen geweldigen druk de gesteenten omgevormd tot vrijwel loodrecht staande lagen van «gneisen» en «kristal lij ne lei ges teen te n», wat dus als het ware een centrifugaal stroomingsverschijnsel is, waarbij de micaplaatjes de rol van «smeermiddel» vervullen. De anticlinale distractiespleten loopen nimmer door tot aan de plastische zone, doch zijn beperkt tot de bovenste meer vaste lagen der aardschors en hier zetelen dus ook de seismo-tecto- nische verschijnselen, die in zoo hooge mate de aarde kunnen beroeren; de centrifugale druk, die als een gevolg van de centri petale beweging der ingezonken synclinale gebieden, de massa's der anticlinalen naar 'buiten drijft, doet ook de plastische of vloeibare «eruptie-magma's» in de reten en spleten der anticli nale naar boven persen en hieruit volgt dus tevens, waarom de vulkanische verschijnselen niet voorkomen in de massivere synelinaalgebiedendoch tot de anticlinalen zijn beperkt en daar weder niet voorkomen in de «fossa's» of dalzinkingen met hunne tengevolge van de inzinking dichtere massa's, doch juist daarnevens op de «horsten» met hunne tengevolge van de distractie lossere samenstelling. Daar sommige anticlinalen zich ten deele of ook wel geheel onder het watervlak der oceanen bevinden, spreekt het vanzelve, dat onderzeesche uitbarstingen af en aan voor moeten komen. Langs de flanken der anticlinalen zullen verder de overgeplooide 161

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 171