168
met den vierkantswortel uit de diepte van het doorloopen gebiedj
kan dus volgens de formule:
uit de geconstateerde snelheid «w» de gemiddelde diepte hvan
het doorloopen traject worden afgeleid.
Vrij belangrijke massaverplaatsingen zijn vérder een gevolg
van vulcanische erupties; Junghuhn berekent de hoeveelheid
vaste stoffen, die de vulkaan «Tambora» op Soembawa in
T815 uitwierp op 318 KJVR, terwijl Verbeek de om Krak at au
na de eruptie neergevallen hoeveelheid vaste stoffen op 18 K.M3.
berekent; dit bedrag zal echter wellicht iets te klein kunnen zijn
volgens Verbeek echter met meer dan 2 a 3 K.M3. doch
daarbij is dan nog geen rekening gehouden met de vaste stoffen,
die als fijne aschdeeltjes hoog in de lucht worden geslingerd, waar zij
over de geheele aarde het verschijnsel der gekleurde zonsonder
gangen hebben veroorzaakt, evenals dat ook plaats heeft gehad
in 1903, na de eruptie van den Mount-Pelée op Martinique.
Deze fijne stofdeeltjes zijn de oorzaak, dat de zon als het ware
met een koperkleurigen gordel van 20° breedte is omgeven,
waarvan de binnenkant zich op io° en de buitenkant dus op
4- 30° van uit de zon bevindt; deze krans het eerst in 1&S3 -
negen dagen na de uitbarsting van Krakatau door Bishop
te Honolulu waargenomen, heet naar hem de «krans van
Bishop»deze roode zonsondergangen zijn echter ook reeds
vroeger waargenomen, o. a. reeds in 1783 na de hevige uitbarsting
van den Skaptar Jökul op IJsland.
Wij zullen thans nog een blik moeten slaan op de langzame
epirogenetische schorsbeweging, waaraan ook ons land deel
neemt, doch zullen eerst pogen, eenig inzicht te krijgen betreffende
de dikte dezer schors.
De geothermische dieptelijnen volgen vrijwel het relief
der aarde en zijn gemiddeld ongeveer 33 Meter van elkander
verwijderd, dat wil dus zeggen, dat de temperatuur bij elke 33 M.
meerdere diepte i° C. stijgt; dit is echter een middencijfer, dat
nogal aan schommelingen onderhevig is, daar de temperatuur
bijv. in het Ossegger Bruinkolengebied reeds bij elke 5 Meter
en in de Adalbertischacht te Pribram eerst bij elke 65 Meter
i° C. stijgt. Hieruit zou dus volgen, dat ter diepte van een
/j