197 genaamde basisnet verkend en gemeten. De hoekpunten van dit net zijn e lalve de basiseindpunten Hamberg, Boschberg (G.), Lunterensche heide en Amersfoort. De twee laatstgenoemde zijn punten van het hoofddrie- hoeksnet, terwijl Boschberg (G.) een van de secundaire punten van den i sten rang is. Bij de berekening van het basisnet wordt Boschberg (G.) echter als een geheel nieuw punt behandeld. De hoekmetingen in het basisnet geschieden volgens een bijzonder ui gewerkt programma, waarbij als voorwaarde gesteld werd, dat met een zekere hoeveelheid werk eene zoo gunstig mogelijke nauwkeurigheid wordt ver regen voor de verhouding van de lengte van de driehoekszijde Amersfoort—Lunterensche heide tot die van de gemeten basis. In de publicatie dier metingen zullen de bijzonderheden worden mede- gedeeld. Terwijl de regeling van deze metingen in handen was van den inge nieur W, ld eboer, werden de hoekmetingen uitgevoerd door de ingenieurs Dieperink en van der Velden. Hoewel met te klagen valt over voor de hoekmetingen ongunstig weder, vorderden zij betrekkelijk veel tijd als gevolg van de terreinsomstandig- leden. Het terrein van het basisnet toch is gedeeltelijk begroeid, gedeel telijk open, terwijl de meeste lijnen van het net dicht langs den grond gaan. Er is dus samenvallen van veel gunstige omstandigheden noodD, om de voor de hoekmetingen noodige rust in de lucht te hebben. De hoekmetingen, waarmede onmiddellijk na afloop der basismetino- werd begonnen, waren eerst op 20 November voltooid. De berekening van het basisnet kon daarna ter hand genomen worden Uit deze berekening volgt, dat de middelbare fout in de verhouding van de gemeten basis tot de lengte van de driehoekszijde Amersfoort— Luntersche heide ongeveer 1 664.000 bedraagt. Basismeting. De blijkens het vorige jaarverslag grootend eels opgemaakte plannen voor basismeting konden in 1913 tot uitvoering komen. De Fransche Regeering was zoo welwillend om goedgunstig te be schikken op het door de Nederlandsche Regeering gedane verzoek tot ter leen bekomen van den basistoestel van de Service géographique de Armee, en .machtigde den directeur van dezen dienst de bijzonderheden met onze Commissie te regelen. Z. E. de Minister van Waterstaat stelde een gedeelte van den Rijks straatweg van Hoevelaken naar Apeldoorn voor zooveel noodig ter be schikking, om de basismeting daar uit te voeren. Voor de eigenlijke basismeting werd het rijwielpad langs de rechte strekking van dien straatweg tusschen K.M. 16.6 en K.M. 20.9 bestemd.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 209