1803 der gemeene tijdrekening, kan 'er geenerlei verandering in de Staatsregeling gemaakt worden" maakte de Staatsgreep van September 1801 reeds een einde aan haar kortstondig bestaan en werd zij zelve onder ietwat gewelddadige en inconstitutioneele om standigheden geboren, achterhaald en vervangen in het zevende jaar der Bataafsche Vrijheid door de nieuwe Staatsregeling van het jaar 1801. Het zal hier vooral het 6 e der „Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsregeling" van 1798 in het bizonder de daar ge troffen regeling betreffende de Kerktorens zijn, waarmede wij ons nader bezig zullen houden en in verband daarmede tevens met Art. 13 der Staatsregeling van 1801. Het 6e der „Additioneele Artikelen tot de Acte van Staatsre geling" van 1798 luidde aldus: «Alle Kerk-Gebouwen en Pastorij-Huijsen der voormaals Heer- «schende Kerk, voor zoo ver'zij, door aanbouw uit de afzonderlijke «Kas der Gemeente, geene bijzondere en wettige eigendommen «zijn, worden overgelaten aan de beschikking van ieder Plaatselijk «Bewind, om deswege tusschen alle Kerkgenootschappen eenig «vergelijk te treffen, en wel binnen de eerstkomende zes Maanden «na de aanneming der Staatsregeling. «De grondslag van dit vergelijk is, in iedere Plaats, het grootst «aantal van Leden der onderscheiden Kerklijke Genootschappen, «hetgeen alzoo de relatieve meerderheid van Zielen zal uitmaaken. «Hetzelve zal de voorkeus hebben omtrent de naasting eener «Plaatslijke Kerk en Pastorij, onder bepaaling echter na gedaane «begrooting van de waarde der Gebouwen van eene maatige «uitkeering, hetzij ineens, of bij termijnen, aan de andere Kerk- «Gemeenten, naar evenredigheid van der zeiver Leden welke allen, «door deze bepaling, worden gehouden, voor altijd afstand gedaan «te hebben van de gemeene aanspraak, «De alzoo genaaste Kerken en Pastorijen blijven, ten allen «tijde, onder de bezitting, beheering, en het speciaal onderhoud «dier Kerk-Gemeenten, aan welke dezelven, volgends het hier «voorgaand onderling Contract zijn toegewezen. «De geschillen,' over dit één en ander ontstaande, worden ten «spoedigsten beslist door het Vertegenwoordigend Lichaam. «De torens, aan de Kerkgebouwen gehegt, benevens de Klokken «met derzelver huisingen worden verklaard, eigendommen te zijn 2 O

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 20