i g8 Tijdens de metingen behoefde het gewone verkeer langs den weg niet gestremd te worden alleen werd dit verkeer telkens plaatselijk over eene lengte van p.m. too meter geleid over den zandberm aan de zuidzijde der° klinkerbestrating. Hinderlijke trillingen in den bodem werden aldus voorkomen. De voorbereidende werkzaamheden op het terrein waren opgedragen aan den ingenieur Wildeboer. De lengte van de te meten basis kon wegens de terreinsomstandigheden niet meer dan rond 4320 meter bedragen. De rechte strekking van den straatweg heeft wel wat grooter lengte, maar naar de oostzijde voorbij K.M- 21 is op den-straatweg het voor het basisnet noodige uitzicht niet te verkrijgen. De stijging van den straatweg in den richting van West naar Oost is niet onbelangrijk, maar zoo regelmatig, dat de eindpunten der basis onderling zichtbaar gemaakt konden worden onder de aan wezige boomen door. Alleen moesten hier en daar de afhangende takken gesnoeid worden. De basis werd verdeeld in 8 secties, een ter lengte van rond 288 meter, de overige van rond 576 meter. De eindpunten en verdeelpunten werden ondergronds geplaatst en aangebracht op bronzen bouten in blokken van beton. De plaatsing er van geschiedde vóór den aanvang der eigenlijke basismeting en diende met het oog op de werking van den basistoestel met zooveel zorg te geschieden, dat de lengte van iedere sectie met meer dan enkele centimeters en liefst zoo min mogelijk kwam af te wijken van de voornoemde lengten in meters, terwijl de negen punten zoo na mogelijk in. eene rechte lijn dienden te komen. De basis werd dus voorgenieten met een stalen meetband van 100 meter lengte, waarvoor de constanten te Delft in het geodesiegebouw waren bepaald. Terwijl de band steeds gebruikt werd onder eene spanning van 10 K.G., werd de temperatuur steeds in rekening gebracht. Bij de meting met den basistoestel bleek, dat de afstanden der onder- grondsche merken geen bezwaar opleverden. Er behoefde met een vooi dit doel geconstrueerd hulptoestel nimmer meer dan eemge millimeters bijgemeten te worden, in hoofdzaak nog doordat de meetstaaf van den basistoestel iets korter is dan 4 meter, terwijl op 4 meter gerekend was. Nadat de merken geplaatst waren, werd nagegaan in hoeverre de daarop voorkomende punten in eene rechte lijn waren gekomen; enkele beton blokken werden toen in hun geheel nog een weinig verschoven. Bij de controle op den definitieven stand der merken werden slechts uiterst ge ringe afwijkingen uit de rechte lijn geconstateerd, zoo gering, dat zij practisch verwaarloosd mogen worden. De voorbereidende werkzaamheden waren in de eerste dagen van Juli gereed.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 210