199
De basismeting werd uitgevoerd onder leiding van het lid der Commissie
H. J. Heuvelmk; het geheele personeel der driehoeksmeting nam aan
de meting deel, bovendien was een vijftigtal werklieden daarbij noodig.
De door de Fransche Regeering beschikbaar gestelde basistoestel met
a le toebehooren kwam den 6»° Juli in een gesloten waggon te Stroe aan,
zoodat op Maandag 7 Juli het materieel voor 5 draagbare barakken, ieder
van 4 bij 2 meter inwendige maat gelost en naar het oostelijk basiseinde
vervoerd kon worden, om daar in elkander gezet te worden. Op 8 Juli
werd het overige materieel gelost en vervoerd naar de inmiddels opgezette
barakken.
Door den directeur van de Service géographique de I'Armée, Generaal
R. Bourgeois, was bepaald, dat luitenant-kolonel A. Lal Iemand, die
eemge malen een basis met den basistoestel heeft gemeten, bij het begin
der basismeting aanwezig zou zijn, om gedetailleerde aanwijzigingen om
trent de behandeling van dien toestel te geven/en dat de instrument
maker van dien dienst de heer G. Huetz den toestel naar Nederland
zou vergezellen, om voor het dagelijksch onderhoud van de talrijke
instrumenten te zorgen.
De heer Huetz verleende zijne hulp van af het oogenblik, dat met
e lossing van het materieel werd aangevangen, tot dat, waarop alles
weder naar eisch verpakt na afloop der basismeting in een spoorweg-
waggon was geplaatst voor de terugreis naar Parijs.
De heer Lal Iemand kwam op 8 Juli te Apeldoorn aan; den 9en Juli
werden door hem de verschillende onderdeelen van den basistoestel ge
demonstreerd. Op 10 Juli traden de tijdelijke werklieden in dienst en
werd aangevangen met oefeningen in het meten en de daarbij voorkomende
zaken; den nen werden deze oefeningen voortgezet.
Voor het welslagen eener basismeting is het noodig, dat ieder der
daaraan medewerkende personen, op het juiste oogenblik het hem toe
bedeelde werk verricht.
Dank zij de zaakkundige aanwijzingen van den heer Lallemand,
behoefde aan de oefeningen niet meer tijd te worden besteed en kon
op 12 Juli aan het oostelijk einde der basis met de eigenlijke meting
worden aangevangen. Dien dag werd de eerste sectie van 288 meter
gemeten in de richting van Oost naar West. Op Maandag 14 Juli werd
die sectie gemeten in de richting van West naar Oost en terwijl op
15 Juli niet gewerkt kon worden wegens regen, werd die sectie op 16 Juli
gemeten zoowel in oost-westelijke als in west-oostelijke richting.
In het vervolg kon nu iederen werkdag eene sectie van 576 meter
gemeten worden, zooals dan ook geschiedde, behalve op 18 Juli, toen
het werk door regen werd belet. Op 4 Augustus werden zelfs eene sectie
van 576 en die van 288 meter gemeten.