203 der lengte. Wordt echter ingevoerd, dat de verschillen gedeeltelijk voort spruiten uit regelmatige fouten, welke geëlimineerd zijn in het eindresultaat, dan wordt het bedrag van de middelbare fout 2,11 m.M. of rond een tweemillioenste van de lengte. De meetstaf is vervaardigd van invar, welk materiaal de gunstige eigen schap bezit van een kleine uitzettingscoëfficiënt te hebben, maar ook de minder gunstige van zijne lengte te veranderen met den tijd. Terwijl deze seculaire lengte-verandering langzamerhand tot rust komt, is zulks voor de meetstaaf van den basistoestel nog niet het geval. Het is dus noodig, dat de lengte van de meetstaaf telkens opnieuw wordt vastgesteld en dan bij voorkeur wordt afgeleid uit metingen welke geschiedden vóór en na het gebruik te velde. In Frankrijk is de meetstaaf het laatst met den standaardmeter ver geleken in April 1913 aan den wensch van de Service géographique de l'Armée om de vergelijking weder uit te voeren in September of October 1913 kon door het Bureau des Poids et Mesures niet worden voldaan, wegens ombouw van den voor dit werk bestemden comparateur. Het was echter reeds het plan, dat de meetstaaf ook met den Neder- landschen standaard-meter vergeleken zou worden onder leiding van het lid der Commissie H. G. van de Sande Bakhuyzen. De Directeur van de Service géographique de l'Armée stelde de meet staaf weder ter beschikking om tijdelijk te worden overgebracht naar Delft, waar inmiddels voorbereidende maatregelen waren getroffen om de vergelijking te kunnen uitvoeren. De in het geodesiegebouw te Delft aanwezige comparateur, behoorende bij den Repsold'schen basistoestei, werd voorzien van nieuwe microscopen uit de werkplaatsen van Carl Zeisser werden twee supports vervaardigd ter opstelling en ondersteuning van de meetstaaf op den comparateur. De werkzaamheden waren in het begin van December gereed. De meetstaaf kwam den roden December 1913 te Delft aan, onder geleide van den heer Huetz fils. Door welwillendheid van de Chemin de Fer du Nord en van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij kon het vervoer van dit voorwerp van ongewone afmetingen van Parijs naar den jHaag, en later ook terug geschieden als passagiersgoed in een doorgaanden wagen, zoodat voor beschadiging onderweg niet te vreezen was. De platina-iridium meter n°. 27 werd door de commissie van toezicht op de Nederlandsche standaarden voor de vergelijkingen beschikbaar gesteld. De vergelijkingen werden uitgevoerd door het lid der Commissie H. G. van de Sande Bakhuyzen en de ingenieurs N. Wildeboer en J. W. Dieperink.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 215