204
Op de meetstaaf komen behalve de eindstrepen nog voor drie strepen,
waardoor de afstand tusschen de eerstgenoemde in vier deelen, ieder van
rond i meter, wordt verdeeld.
Ieder van de vier onderdeelen werd telkens door de drie waarnemers
vergeleken met den meter n°. 27 en, door de som te nemen van de
lengten dier vier stukken, verkreeg men de lengte van de meetstaaf uit
gedrukt in de lengte van den meter n°. 27 als eenheid.
Ten einde den invloed van de standvastige waarnemingsfouten zooveel
mogelijk op te heffen, werden de metingen verricht in twee verschillende
standen van eiken waarnemer ten opzichte van den comparateur (aan de
noordzijde en aan de zuidzijde)verder werden ln elk dier beide standen
de waarnemingen volbracht in twee standen van den meter tusschen
welke deze 1800 om een verticale as werd gedraaid.
De nauwkeurige herleiding van de waarnemingen moet nog volbracht
worden; uit voorloopige berekeningen blijkt echter, dat daaruit eene be
trouwbare lengte van de meetstaaf kan worden afgeleid. De afwijkingen
van de waarden door elk der drie waarnemers voor de lengte van de
geheele meetstaaf verkregen, verschillen van hun gemiddelden minder dan
1 mikroon (0,001 m.M.), in overeenstemming met de langs anderen weg
verkregen waarde van de middelbare fout. Met groote waarschijnlijkheid
is dus de fout in de lengte van de meetstaaf met betrekking tot Meter
n°. 27 op hoogstens 1 a 2 millioenste deelen van de lengte te stellen.
Secundaire driehoeksmeting.
I11 tegenstelling met vorige jaren werden voor de secundaire driehoeks
meting dit jaar geen hoekmetingen of verkenningen verricht op punten
He orde isten rang, doch uitsluitend centreeringsmetingen uitgevoerd op
punten He orde 2den rang.
De eerste ploeg, bestaande uit den ingenieur Diep er ink als chef en
den ingenieur van der Velden, vertrok 5 Mei naar het terrein en bleef
tot 28 Juni met de centreeringsmetingen bezig, om daarna werkzaam te
zijn bij de basismeting en de hoekmetingen van het basisnet.
Door deze ploeg werden centreeringsmetingen verricht te Groot Duiven-
drecht, Diemerbrug I en II, Muiden II, Muiderslot, Weesp II, III, IV,
V en VI, Zwaanwijk, Nigtevecht, Nederhoist den Berg I en II, Vreeland,
's Graveland, Ankeveen, Weesperkarspel, Bussum II en III, Hilversum II,
III en IV, Laren (N. H.) Blaricum I en II, Eemnes buiten II, Eemnes
binnen en Baarn II.
Bij de centreering van Diemerbrug II werden enkele metingen verricht
ter bepaling van Diemerbrug III.
De tweede ploeg, bestaande uit den ingenieur Bijl als chef vertrok
5 Mei naar het terrein en keerde 4 Juli te Delft terug. Van 5 Juni tot