iog Door ziekte van den instiumentmaker ondervond de levering groote vertraging; eerst in 1914 kunnen zij worden geleverd. Leiden, 7 April I914' De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, H. G. VAN de Sande Bakhuyzen, Voorzitter. Hk. J. Heuvelink, Secretaris. GRENSBEPALING. II. Bij het samenstellen van het vorige artikel over bovenstaand onderwerp, meende ik te kunnen volstaan, met drie voorbeelden om de soms noodlottige gevolgen van foutieve kadastrale aan duiding in akten in een genoegzaam duidelijk licht te stellen. Om de belangrijkheid van de zaak zelve en met het oog op de maatregelen, die ik meen dat genomen kunnen worden om ge noemde nadeelen te beperken, in de meeste gevallen zelfs geheel te voorkomen, is het echter beter, dat ik mij tot genoemd drietal niet bepaal. Het volgende voorbeeld n°. 4, is evenals de vorige drie aan de praktijk ontleend. Iemand was eigenaar van een boeren- behuizing met eenige perceelen bouw- en weideland, gelegen aan een grintweg. Bovendien bezat hij in dezelfde gemeente en sectie, maar een kwartier loopens van dien grintweg af gelegen, een perceel heide. Van dat laatste was indertijd een gedeelte ont gonnen, een rechthoekig stuk van ongeveer 40 Are. Dit gedeelte werd ten behoeve van de toekenning van vrijdom van grond belasting uitgemeten en verkreeg n°. 700, de rest van de heide n°. 701. De eigenaar verkocht daarna «de boerenbehuizing met

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 221