verplicht om, indien hij in de uitoefening zijner bediening een overtreding van die wet ontdekt, daarvan proces-verbaal op te maken en dit binnen 3 dagen in afschrift aan den betrokken notaris uit te reiken en binnen een maand aan den bevoegden officier van justitie toe te zenden. Hij verklaart in dat proces verbaal: «dat hem uit vergelijking der akte vangepasseerd «voor den notaristedenmet het (de) aan dit «proces-verbaal vastgehechte extract (extracten) uit de kadastrale «stukken is gebleken, dat(P. W. 1815).» Aan den notaris kan dan de boete van ƒ10, worden opgelegd, voor dergelijke overtredingen in art. 37 van bovengenoemde wet bepaald. Daartoe komt het echter zelden, omdat die ambtenaren meestal wel bereid worden bevonden om dergelijke blijkbare fouten te verbeteren binnen een maand na de aanschrijving van den bewaarder. Voor akten niet ten overstaan van een notaris opgemaakt, kan geen boete worden opgelegd, ook zonder dat zien partijen hun belangen echter wel in en zorgen c.q. voor rectificatie. Er staat niet in den aanhef van art. 95 der I. K., wanneer blijkt of wanneer wordt ontdekt, dat de kadastrale aanduiding onjuist is, er staat beslist: »Is de kadastrale aanduiding onjuist». Het artikel vooronderstelt dus, dat ingeval deze blijkbaar onjuist is, dit altijd aan het kantoor van den bewaarder dadelijk zal worden ontdekt. Dat zulks echter geenszins het geval is, daarvan geven de vijf voorbeelden, die gemakkelijk met talrijke van dien aard kunnen vermeerderd worden, blijk. De voorbeelden liggen als 't ware voor het grijpen, ik verricht zelden een ambte lijke rondreis in een van de groote van mijn buitengemeenten, dat mij niet op de secretarie van de gemeente wordt bericht, dat iemand grensbepaling wenscht, of wel, dat niet personen te velde met zulke verzoeken komen met het doel voordeel te behalen uit blijkbaar foutieve kadastrale aanduiding in hun eigendoms bewijzen. Er heerscht dan bij belanghebbenden een begrips verwarring, een scheeve voorstelling, die recht gezet moet worden. Het onderhoud heeft dan ongeveer het verloop als in het volgende, mede aan de praktijk ontleende, geval. R. (reclament). Ik ben eigenaar van een paar perceelen bouw land met een huis er op en nu behoort daarbij ook een singel, maar die loopt om het land van mijn buurman heen en is bij 214

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 226