Den 26 Jan. 1799 volgde eene «Notificatie, dat de kerkhoven
«als annex aan de kerkgebouwen behooren te worden geconside-
«reerd en alzo mede in de taxatie en het vergelijk behooren te
«worden begrepen, ten waare dezelve Kerkhoven geheel afgeschei-
«den van de kerken zijn en dat de kerken op zodanige plaatsen,
«waar de bewooners een en dezelve gezinte zijn toegedaan, niet
«vallen in de termen van taxatie en het vergelijk bij het 6e der
«additioneele articulen bepaald, maar aan de ingezetenen zonder
«eenige uitkeering verblijven».
Eene algemeene regeling had ook hier niet plaats, zoodat de
eene gemeente wel, de andere weder niet zich in het bezit van
den toren stelde, wat dra tot velerlei moeielijkheden aanleiding
zou geven.
In de provinciën Noord- en Zuid-Holland schijnt men vrij cor
rect de bepalingen van art. 6 der additioneele artikelen ten uitvoer
te hebben gebracht en stelden de burgerlijke gemeenten zich dus
vrij algemeen in het bezit van de Kerktorens, terwijl daarentegen
in de provincie Groningen de uitvoering dezer bepalingen op
zooveel tegenstand stuitte, dat de Kerkelijke gemeenten zich in
den regel in het bezit van de torens hebben gehandhaafd.
Ook in Drenthe bleven de torens, welke aan de Kerkgebouwen
waren verbonden, ongeacht het bepaalde hij art. 6 der additionele
artikelen voortdurend ten laste van en dus in beheer en onder
houd bij de kerkelijke gemeenten, als wier eigendommen zij
werden beschouwd, terwijl alleen die torens, welke niet met eenig
kerkgebouw waren verbonden, werden geacht het eigendom te
zijn van de burgerlijke gemeenten.
De eenvoudige uit hout gebouwde kerken der eerste christe
lijke gemeenten hadden geen torens; de klokken, welke reeds
vroeg werden aangebracht, waren of aan den westelijken gevel
van het kerkgebouw bevestigd of opgehangen in afzonderlijk
daarvoor gebouwde «klokkenhuizen».
Nog heden ten dage vindt men vele oude kerken in Friesland
en Oost-Friesland, weliswaar thans van steen gebouwd, doch zon
der torens en met daarnevens staande houten «klokhuizen»als voor
beelden daarvoor kan worden gewezen op de oude kerken te Nij e-
schoot en Katlijk enz. in de friesche gemeente Schoterland.
Kwamen tengevolge van de verplaatsing der bevolking som
mige kerken in verval en moesten deze dientengevolge worden
2 2