Voor de op de hierbij gevoegde kaart daargestelde logarith- mische kromme met a 1,3 bedraagt deze constante groot heid derhalve 7 2/3, terwijl zij voorden «Fusiyama», waarbij door Verbeek a 1,47 werd gevonden, ruim 5^4 zou bedragen. Deze eigenschap der logarithmische kromme stelt ons nu in staat om op zeer eenvoudige wijze aan goede teekeningen of photographiën van vulkanen door meting na te gaan, in hoe verre hun omtrekken overeenkomen met de kromme lijn, die de theorie vordert. Weliswaar zijn photographiën ook perspecti vische figuren en geven deze dus ook de omtrekken meer of minder verwrongen door de perspectief, doch deze afwijking van de werkelijkheid is niet bizonder hinderlijk en in elk geval zijn photographiën voor dit doel verre te verkiezen boven de meeste teekeningen. Men kiest nu eene as in het midden van het beeld van den vulkaan die natuurlijk zeer regelmatig opgebouwd moet zijn, daar anders van de meting geen resultaat is te ver wachten trekt ordinaten op onderling gelijke afstanden, lood recht op deze as en stelt de lengten vast van deze ordinaten. Is de som der lengten van twee opvolgende ordinaten, gedeeld door hun verschil, steeds nagenoeg even groot, dan is de be grenzende flanklijn eene logarithmische kromme, in het tegen gestelde geval echter niet. Het spreekt wel van zelve, dat men nooit volmaakt gelijke getallen, zelfs bij de zeer regelmatig op gebouwde vulkanen, kan verwachten. Ook zijn de meeste vulkanen volstrekt niet zulke regelmatige lichamen als hierboven werd verondersteld. Steeds blijft de Natuur oneindig in hare vormingen en allerlei oorzaken kunnen hier den vorm wijzigen. Door onge lijkmatige verdeeling van de losse uitwerpselen en de vaste lava- stroomen en de den berg mede samenstellende dikkere of dunnere gangen van vulkanische eruptiefgesteenten kan de weerstand, die wij hier boven overal even groot aannamen, in den vulkaan zeer ongelijk verdeeld zijn. De krater kan zich verplaatsen, zoo dat men in plaats van één omwentelingslichaam er twee of meer krijgt, die zich tot één langwerpigen of onregelmatigen berg vereenigen; dit is o.a. het geval bij de Merapi op Sumatra, waar op den breeden top twee «kraterketels» worden gevonden en die dus eigenlijk een dubbel-vulkaan is; de vroegere «ring- wallen» van deze oude «krater-ketels» zijn thans ten deele verdwenen, doch daarbinnen hebben zich nieuwe kraters gevormd, 22Ó

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 238