afgebroken, dan bleven toch in den regel de «klokkenhuizen» in stand, om ook in latere tijden nog voor burgerlijke doeleinden te dienen; als voorbeeld daarvoor kan worden gewezen op het «klokhuis» te Brongerga in dezelfde gemeente, waarvan debij- behoorende kerk werd afgebroken, nadat de bevolking zich met de voortschrijdende verveening naar elders had verplaatst. Naarmate het christendom dieper wortel schoot en de bescha ving toenam, ontwikkelde zich allengs ook het schoonheidsgevoel bij de breedere schare en de scheppende kunstenaar, aan wien de bouw van een nieuw godshuis werd opgedragen, sloot dit westwaarts al spoedig af met één of meer machtige torens, die met hunne opwaarts strevende lijnen, zoowel in hun geheel als in hunne onderdeelen, den ganschen tempelbouw bescheerschten als de onafscheidelijke deelen van een harmonisch uitgevoerd architectonisch geheel. Toch vormden ook deze torens in zekere mate een zelfstandig gewrocht en velen er van bleven den tand des tijds trotseeren, nadat de bijbehoorende kerken onder minder gunstige omstan digheden reeds lang in puin waren verkeerd. Voorbeelden daar van zijn de monumentale toren van «Onze Lieve Vrouwe» te Amersfoort, driehoekspunt van den eersten rang zoowel in het «Net» van Kraijenhoff als in dat der nieuwe Rijksdriehoeksme ting, tevens «Normaalpunt» van het Coördinatenstelsel dezer laatste en de machtige «Oldehoofd» te Leeuwarden, eveneens punt van den eersten rang in beide driehoeksmetingende laatste toren werd gebouwd ter plaatse van een vóórchristelijk heilig dom en bleef tot heden de stormen trotseeren ofschoon reeds in 1576 de bijbehoorende Kerk door een hevigen storm werd ver nield en niet weder herbouwd. Ook de zware toren van het Oude Westermeer in de friesche gemeente Haskerland in wiens schaduw later het vlek Joure zich ontwikkelde bleef tot heden weer en wind trotseeren, nadat de kerk reeds sedert lang is verdwenen. Zoo staan de torens daar als Symbool van den opwaarts stre- venden menschelijken geest en als getuigenis van den machtigen vroomheidszin en onuitputtelijke offervaardigheid van een vroeger geslacht, als is het wellicht ook niet geheel uitgesloten, dat voorchristelijke neigingen ook bij dezen torenbouw eene rol heb ben gespeeld en wij daarin tot zekere hoogte eene verchristelijkte

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 23