TUSSCHENOVERSCHRIJVING.
Over het algemeen bestaat er geen eenstemmigheid bij de over
schrijvingsambtenaren omtrent de toepassing van de overschrij
vingsordonnantie, vooral wat betreft de zoogenaamde tusschen-
overschrijvingen. Wat een tusschenoverschrijving is, moge blijken
uit het volgend concreet geval.
Tot de nalatenschap van den Chinees A. behoort een perceel,
dat geërfd wordt door zijn zoon B., deze verkoopt het hem na
gelaten perceel, voordat het op zijn naam is overgescheven, aan
een vreemde C. C. verzoekt overschrijving rechtstreeks op zijn
naam. Is dit nu in verband met de bestaande bepalingen mogelijk
of moet het eerst worden overgeschreven ten name van den nog
in leven zijnden B. (tusschenoverschrijving) en daarna eerst ten
name van den kooper C.? De Raad van Justitie te Batavia
passeert in deze gevallen twee akten en m.i. terecht! terwijl
die van Semarang en Soerabaia één akte voldoende achten.
Wat het recht betreft, het is duidelijk, dat men hier te doen
heeft met twee aan de belasting onderworpen overgangenten
eerste de overgang tengevolge van het overlijden, ten tweede de
koopovereenkomst. Er is dus ook twee malen overschrijvingsrecht
verschuldigd, althans indien recht en boeten nog niet verjaard
zijn; anders kan worden volstaan met éénmaal het recht te betalen.
De vraag wordt nu dus of voor iedere overgang een akte
moet worden verleden. Beschouwen we in dit verband het be
paalde in bijblad 509, dan zien we, dat erfopvolging, ook zonder
overschrijving ten name van den erfgenaam, welke te dien aanzien
slechts in het belang der openbare orde vereischt wordt, reëele
rechten geeft. Is dit echter ook van toepassing op de vreemde
Oosterlingen?
Beginnen we verder, alvorens antwoord op evengemelde vraag
te geven, met na te gaan, wat het Indische stelsel van Staasblad
1834 n°. 27 beoogt en in hoeverre het overeenkomst vertoont
met een positief en hoeverre met een negatief stelsel.
Negatief kan men het stelsel noemen, want het laat uitwinning