254 treden, zich zoodanig hebben gegroepeerd, dat een meer stabiele toestand is ingetreden. Zink, en vooral gegoten zink is daarom dan ook minder gewenscht als grondstof voor de meetstaven van basisapparaten. De eerste bimetallische meetstaaf, welke dus tevens als metaal thermometer dienst moest doen, werd omstreeks 1792 door Bord a geconstrueerd uit platina en koper. Het groote verschil in de waarden der uitzettingscoëfficiënten, welke voor platina slechts 91. 10 - 7 en voor koper zelfs 172. IO~ 7 kan bedragen, zal bij deze keuze wel op den voorgrond hebben gestaan, daar de lengteveranderingen tengevolge van de tempe ratuurschommelingen zich bij deze combinatie duidelijk konden openbaran. Het verschijnsel der «thermische nawerking» was toen trouwens nog onbekend. Delambre mat in 1798 met dit apparaat de 6075,9 toise lange basis bij Melun, welke in 1890 werd nagemeten en volkomen juist bevonden, terwijl er tevens de 6006,3 toise lange basis bij Perpignan mede werd gemeten, waarvan de lengte afgeleid door middel van het tusschen- liggende driehoeksnet uit de basis van Melun, slechts 0,15 toise minder bleek te bedragen, welk verschil door Delambre trouwens niet aan fouten in de basismeting, doch aan die van het drie hoeksnet werd toegeschreven. 2) Bessel verving omstreeks 1833, waarschijnlijk uit zuinigheids overwegingen, het dure platina van het apparaat van Bor da door het goedkoope ijzer en het koper door gewalst zink, waarbij de uitzettingscoëfficiënten resp. ongeveer Il8. IO 7 en 298- 10 bedragen en met dit ijzer-zink apparaat werden nog tot in den laatsten tijd de grondlijnen der «Preussische Landesaufnahme» gemeten, o. a. ook de «Bonner» basis waarvan de lengte gediend heeft bij de voorloopige berekening van de lengten der zijden van het nieuwe Nederlandsche driehoeksnet en de basis bij Meppen in de nabijheid onzer Noord-Oostelijke grenzen gelegen. Ook de Belgische grondlijnen bij Lom mei en Ostende werden er mede gemeten. De met dit apparaat verkregen resultaten waren in den regel uitste kend, doch er deden zich bij de meetstaven ietwat grillige verande- Zie hierover ook Dr. J. D. van der Plaats, De Basismetingen op Java, in Tijdschrift voor K. en L., VIII, (1892) pag. 65, etc. 2) Delambre, Astronomie Théorique et Pratique, Tome 3, XXXV, pag. 545.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 270