256 hebben gebracht, laat zich moeielijk gissen, doch Prof. Oudemans acht het waarschijnlijk, dat de kleinste kristallen, speciaal die van het zink, na temperatuursveranderingen eerst na een langer tijds verloop in een toestand van evenwicht komen; wil men dus dit metaal ter wille van het groote bedrag van zijnen uitzettings coëfficiënt voor basisapparaten blijven gebruiken, dan zal het wenschelijk zijn om inplaats van gegoten, daarvoor gewalst zink aan te wenden. Tot de bimetallische apparaten behooren verder nog de door den mechanicus Brunner te Parijs vervaardigde toestellen, en wel een met meetstaven van platina en koper in 1856 voor de Spaansche regeering, en een met meetstaven van Platina- Iridium en Messing in 1878 voor het Pruisische „Geodetische Instituut", terwijl verder nog in 1876 door Repsold te Hamburg voor de Amerikaansche regeering een apparaat werd vervaar digd met meetstaven van staal en zink. Prof. Stamkart wees er naar aanleiding van zijne basismeting in den Haarlemmermeer-polder op, dat het overweging zou verdienen om het daarbij gebruikte ingewikkelde apparaat te vervangen door ééne eenvoudige meetstaaf van 5 M. lengte, wat trouwens vroeger ook reeds door Hassler in toepassing was gebracht, terwijl de Spaansche generaal Ibanez in verband met de omstandigheid, dat goed uitgegloeid en met kool geredu ceerd Zweedsch Smeedijzer bijna geene „thermische na werking" vertoont, dit denkbeeld reeds in 1864 had verwezenlijkt door de constructie van een basisapparaat bestaande uit slechts ééne meetstaaf van ijzer ter lengte van 4 Meter, waarbij de einden microscopisch werden ingesteld en waarvan de temperatuur werd bepaald, door middel van een 4-tal kwikthermometers, wier bollen in de ijzermassa van de staaf waren ingesloten in eene bedding van ijzervijlsel. Met dit nieuwe Spaansche apparaat werd o.a. ook een drietal grondlijnen in Zwitserland gemeten, n.l. bij Aarberg, Weinfelden en Bellinzona. L'it het verschil der dubbelmetingen volgde voor de middelbare fout eener meting per kilometer resp. 0,68, 1,27 en 0,89 xn.M., de resultaten waren dus zeer bevredigend en groot was vooral de winst aan tijd, ten gevolge van de mindere samengesteldheid van het apparaat. De bimetallische apparaten geraakten nu langzamerhand meer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 272