257
op den arhtergrond, terwijl de aandacht vooral werd gevestigd
op de voor meetstaven geschikte legeeringen met een kleinen
uitzettingscoëfficiënt en zoo gering mogelijke thermische nawerking.
Eene dergelijke legeering kwam dra ter beschikking door de
samenstelling van het „Nikkel-staal", bestaande voor omstreeks
66 uit «staal» en voor 34 °A> uit «Nikkel», een mengsel
waarvan de uitzettingscoëfficiënt slechts omstreeks 8. IO en dus
slechts ongeveer V12 van die van platina bedraagt, zoodat het
tengevolge van zijne geringe veranderlijkheid, den meer ken-
schetsenden dan wel juisten naam «Invar ontving; onder be
paalde omstandigheden kan er zelfs sprake zijn van eene «in
krimping» bij temperatuursverhooging en dus van een «nega
tieven» uitzettingscoëfficiënt, terwijl het «In var» verder grooten
weerstand biedt tegen oxydatie en tengevolge van zijnen nog al
belangrijken «elasticiteits-modulus» ook tegen uitrekking, wat
dus van groote beteekenis is bij zijne aanwending voor «geode
tische» draden.
Groot was dan ook weldra de rol, welke dit «Nikkelstaai» speelde,
met alleen vond het terstond toepassing bij de meetstaven en
meetdraden der basisapparaten, doch ook bij de slingers der
betere uurwerken en de onrusten der chronometers. Het voor
de F ran sche regeering vervaardigde basisapparaat met meetstaaf
van «Invar», in samenstelling en wijze van behandeling overigens
veel gelijkende op het »ijz er»-apparaat van Ibanez, werd ook
gebruikt bij de meting in 1913 van de basis bij «Stroe» ten
behoeve van het nieuwe Nederlandsche Driehoeksnet, bij welke
gelegenheid tevens metingen werden verricht met meetdraden
van «Invar».
Doch ook het «Invar» ondergaat, evenals dat bij «glas» het
geval is, volumeveranderingen, welke eene functie zijn van den
tijd en van de temperatuur en deze veranderingen zijn evenals
bij «glas» van tweeërlei karakter. 2)
De 24 Meter lange geodetische draden N°. 285 en 286 gebruikt bij de basismeting
van Sampoen (Sumatra) en Djeneponto (Z. W. Celebes) ondergaan bij temperatuurs
verhooging van 150—350 C. eene voortdurende verkorting, terwijl de 8 Meter lange draad
N°. 218 daarentegen bij temperatuurtoename lusschen deze grenzen steeds langer wordt.
(Jaarverslag van den Topograhpischen Dienst in Ned.-Indië over 1910, pag. 257.)
Ch. Ed. G uil 1 au me. Les Modifications Passagères et Permanentes des Aciers
en Nikkel. Proces Verbaux des Séances du Comité International des Poids et Mesures.
Deuxième Serie, Tome IV, 1907, pag. 215.