of Invardraden bij geodetische metingen zal men de berekening der lengten van de staven of draden uit hebben te voeren volgens de veronderstelling, dat zij zich langen tijd hebben bevonden op de «gemiddelde» temperatuur der aan de meting voorafgaande weken en dat de dagelijksche temperatuurschommelingen ge durende de metingen als snel verloopende zijn te beschouwen. Met deze schommelingen is dan rekening te houden bij de toepassing van de uitzettingsformule, zooals die op den comparator werd bepaald. Eene onzekerheid van enkele graden in de als punt van uit gang aangenomen «gemiddelde» temperatuur is daarbij van weinig beteekenis, tengevolge van het geringe bedrag van den numerieken coëfficiënt der formule. Daar het derhalve van het grootste belang blijkt om den invloed van de temperatuursveranderingen bij basismetingen tot een mini mum te beperken, neemt nu de «Preussische Landesauf nahme» sedert een 4-tal jaren proeven met meetstaven van «Kwarts». Kwarts) (Kiezeldioxyde of Kiezelzuuranhydride, Si 02) vormt een der meest verspreide stoffen op aarde. In «amorphen» toestand komt het «waterhoudend» voor als «opaal», «water- vrij» als «achaat», terwijl het in «gekristalliseerden» vorm het hoofdbestanddeel uitmaakt zoowel van het zand der duinen langs onze kusten als van de «hellingzanden» onzer diluviale gronden. Voorts neemt het in belangrijke mate deel zoowel aan den opbouw der sedimentaire als der gemengde kristallijne ge steenten. Het kristalliseert in het «hexagonale» systeem en voor het verschil in uitzetting van heit kristal volgens de ver schillende assen, geldt dus hetzelfde als boven reeds ten opzichte van «zink» werd gezegd. De kristallen vertoonen velerlei af wijkingen in den vorm, waarvan reeds een 166 tal zijn beschreven. In de kristallen besloten vindt men niet zelden eene bewegelijke vloeistof, welke dikwijls uit «vloeibaar» koolzuur blijkt te bestaan; een belangrijk deel van het koolzuur der atmospheer 2ÓO De bovengeschetste, door Guillaume op de eigenschappen van het Invar meer of minder langs empirischen weg opgebouwde theoretische beschouwingen, laten ons voor de verklaring van zijn gedrag onder bepaalde omstandigheden, nog wel ietwat in het donker, hoogstwaarschijnlijk ook al tengevolge van de groote afhankelijkheid zijner eigenschappen van het Nikkelgehaite der legeering. Wij hopen daarop later nader terug te komen. Polêe.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 276