2Ó5
fig. 7. Gemeente Waarde. Sectie B.
der A. R. te Middelburg van 9 Dec. 1908, dat de app. hebben
opgeeischt den eigendom van een strook groot 23 A. 30 c.A. gelegen
enz., op grond dat geïnt. die strook, zonder recht of titel in het
bezit heeft genomen en behouden;
O. dat die vordering door den eersten rechter bij bovengenoemd
vonnis is ontzegd, omdat app. geen voldoende feiten te bewijzen
hebben aangeboden, waaruit afgeleid zou kunnen worden, dat
geïnt. in bezit heeft genomen een strook grond deel uitmakende
van der app. perceel, terwijl op grond van een 4 tal vaststaande
feiten door dien rechter werd aangenomen, dat de bedoelde strook
behoort bij het perceel n°. 112, waarvan geïnt. eigenaar is;
O. dat tusschen partijen vaststaat dat de beide aan elkaar
grenzende landen van app. en geïnt. vóór 1885 deel uitmaakten
van een complex landerijen toebehoorende alle aan één eigenaar
welke gronden na den dood van dezen in gemeld jaar door de
erven in openbare veiling zijn verkocht in 29 perceelendat toen
J. Westrate heeft gekocht perc. 13 waartoe onder meer behoorde
een stuk bouwland B n°. 105 groot 60 A. 80 c.A., zijnde het
geheele perceel 13 verkocht voor ƒ311 per H. A., welk stuk bouw
land groot 60 A. 80 c.A. in openbare veiling op 1 Febr. 1907
door genoemden Westrate is verkocht aan de app. voor de