som van 1275,19; dat geïnt. in de veiling van 1885 kocht perc. 14, zijnde een perceel bouwland B 112- groot 1 H. A. 65 A. voor f 306 per H. A.; dat gemeld perceel n°. 105 na den verkoop van 1907 is gesplitst in de n°s. 507 en 508; dat gemelde strook van 23 A. 30 c. A., waarover dit geding loopt, is begrensd aan de zijde van der app. perceel door een 2 M. breede sloot en aan de zijde van des geïnt. perceel door een greppel, bewerende app. dat de greppel is de grensscheiding tusschen hunne perceelen en geïnt. dat dit is de sloot; q dat de app. stellend dat het eigendomsrecht van de strook, die, zooals is onbetwist, thans is in het bezit en gebruik van geïnt., hun toekomt, dat recht hebben te bewijzen en zij dan ook te bewijzen hebben aangeboden dat de betwiste strook is het tegen woordige perceel n«. 508, waaruit volgens hen zou volgen, dat de eigendom van de strook hun toekomt in verband met den inhoud der akte van 1907; O. dat de geïnt. die gevolgtrekking (naar 's Hofs oordeel terecht) heeft bestreden, op grond dat iemands eigendomsrecht niet kan bewezen worden door een kadastrale teekening of nommer; waarna app. hebben aangeboden de navolgende feiten door getuigen en deskundigen te bewijzen: i°. dat het perceel van geïnt, zonder de betwiste strook juist is 1 H. A. 65 A. 20. dat het perceel van app. met die strook juist is 60 A. 80 c.A. 3°. dat de betwiste strook juist is het kadastrale perceel n°. 508. 4°. dat de greppel en niet de sloot is de grens tusschen geïnt. en der app. eigendom. O. dat het Hof van oordeel is, dat, wanneer de 3 eerste bovenstaande feiten zijn bewezen, met grond zal kunnen worden aangenomen dat app. en niet geïnt. zijn de eigenaren van de strook in kwestie; O. enz. dat nu in beide akten de verkochte perceelen niet ■worden aanduid door eene omschrijving met vermelding van be lending of afbakening maar met opgave van de juiste maat, uit gedrukt in H„ A. en c. A„ terwijl in de akte van 1885 de koopsom wordt berekend naar een eenheidsprijs per H. A., waaruit duidelijk blijkt dat de koopers aan de maat, de grootte van de door hen gekochte perceelen veel gewicht hechtten, immers slechts de in de 266

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 284