Veroordeelt geïnt om app. te betalen ƒ30 als vergoeding der schaden door hem ingevolge geïnt. onrechtmatige handelingen na de dagvaarding geleden; Verwijst geïnt. in de kosten van beide instantiën; Bepaalt die kosten in eersten aanleg op f 225 en in hooger beroep op /386,43s. De Rechtbank te Middelhurg oordeelde, dat was bewezen, dat de bedoeling van de verkoopers is geweest om als grensscheiding tusschen de perceelen 13 en 14 de sloot te beschouwen. Ook uit bewijsmiddelen door geïnt. in hooger beroep nog aangevoerd, wordt dat bevestigd. We hebben hier dan weer te doen met een foutieve kadastrale aanduiding in de akte van 1885 eu diensvolgens in de akte van 1907. Niettemin wordt door het Gerechtshof naar de k. a. het vonnis gewezen, het Hof overweegt daarbij wel, dat het, bij het erkennen der grootten als bewijsmiddel, geenszins eenige aanduiding of nommering van het kadaster, maar slechts de eigen verklaring van partijen in de koopakte gebruikt, maar die O. gaat niet op. De grootten door partijen genoemd, waren aan het kadaster ont leend. Daar het hier betreft grootten van oorspronkelijke perceel- nommers, n.l. van de nos. 105 en 112, staat het vast, dat deze grootten waren gevonden door uitpassing van de kaart. Zij zijn dus geheel en al afhankelijk van den vorm welke de perceelen op de kaart hebben, in casu van de ligging van de grens in kwestie op de kaart. Evengoed als sectie en nommer waren deze door het Hof als grondslag voor hun uitspraak gebruikt - naar de kaart zouden hebben verwezen en eerst door de kaart hun waarde hebben bekomen, verwijzen ook de genoemde grootten, via sectie en nommer, naar de kaart terug en leeren door haar de ligging en begrenzing der perceelen kennen. Na een voortdurend en onafgebroken, ongestoord, openbaar en en niet dubbelzinnig bezit als eigenaar gedurende 22 jaar, van 1885 tor 1907werd dus op grond van een aan het kadaster ontleende aanduiding aan den geïntimeerde (G. Houtekamer) den eigendom ontzegd van 23 A. 30 c. A. grond, vertegen woordigende in 1907, naar den prijs van 1275,19 welke bij de akte van dat jaar voor het geheele n° 105 is bedongen geweest, eene waarde van ƒ488,68, wat met de kosten, voor zoover uit het 271

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 289