289 en voor zoover deze hooger is dan hetgeen zij in militairen dienst als soldij, jaarwedde of traktement genieten. Art. 2. Aan burgerlijke ambtenaren en andere doorloopend of voor een bepaald werk in 's Rijks dienst werkzame personen, wier bezoldiging over de maanden Augustus en September op grond van de Kon. besluiten van 3 Mei 1904 (S. n°. 103), van 4 Juni 1907 (S. n°. 142) en van 2 Oc tober 1908 (S. n°. 309), geheel of gedeeltelijk is ingehouden, zullen de ingehouden gelden alsnog worden uitbetaald, tenzij zij voor eerste oefening onder de wapenen waren. BEGROOTING VAN NEDERLANDSCH-INDIË VOOR HET DIENSTJAAR 1915. Uit de Memorie van Toelichting. Onderafdeeling 87. Landrenteboekhouding enz. Sedert I Juli 1913 is in de afdeeling Bandoeng der residentie Preanger-Regentschappen verandering gebracht in de wijze waarop de boekhouding ten behoeve van de heffing der landrente volgens de nieuwe regeling wordt gevoerd, in dien zin, dat deze boekhouding niet meer door het desabestuur, maar door bezoldigd personeel op een centraal bureau plaats heeft. Het doel van dezen maatregel is l°. de betrouwbaarheid dier boekhouding te verhoogen 2°. het desabestuur te ontlasten van een taak, waarvoor het in den regel niet berekend is en welke, waar het hier eene landsbelasting geldt, ook niet gerekend kan worden eigenaardig tot zijn werkkring te behooren. (Het aan de dorpshoofden toegekende collecteloon is slechts eene ver goeding voor de inning en de overstorting der belasting) 3 inzicht te verkrijgen in de kosten aan eene algemeene invoering van den maatregel verbonden, mede met het oog op de vraag, of de weikzaamheden dier kantoren, welke thans nog zuiver tot de belasting zelve zijn beperkt, zouden zijn uit te breiden in de richting van een op zoogenaamd negatieven grondslag te vestigen kadastraal stelsel ter meerdere verzekering van de bezitsrechten der belastingschuldigen. Waar het verloop van hoogerbedoelde proef gunstige resultaten oplevert, terwijl de daaraan verbonden kosten binnen redelijke grenzen beperkt blijven, verdient het alle aanbeveling haar ook over eenige buiten de residentie Preanger-Regentschappen gelegen districten, alwaar de nieuwe landrente-regeling geldt, uit te breiden. De gemiddelde kosten bedragen per district 375,voor 34 districten worden de uitgaven begroot op f 13.000, Onderafdeelingen 101 en 102. Kadaster. Met de bij de vorige begrooting toegestane uitbreiding van het personeel van den kadastralen dienst kan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 307