2g2
tevens ter voorbereiding van een eventueel in te stellen
Inlandsch Kadaster (209)i3-000>
(209). Zie de Memorie van Toelichting.
101. Personeel van het kadaster.
Traktementen en toelagen van den chef van den kadastralen dienst,
de inspecteurs, de bewaarders en verdere ambtenaren en bedienden
(228)ƒ478.900,- ƒ425.280 53.620,—*
(229)
(228) 1 chef van den dienst13-20°'
2 inspecteurs a 9.600,i9-200>
4 bewaarders a ƒ8.400,—33-6oo,
60 landmeters enadjunct-landmetersay 3.600, en 1.800, 153.00°,
1 landmeter voor den opleidingscursus3-6oo,
5 commiezen a 2.400,12.000,
25 klerken a ƒ900,22.500,
20 hoofdmantri's a 1.440,—28.800,—
172 mantri's en élève-mantri's a ƒ480,— en 300,69.060,
2 mantri's voor den opleidingscursus a ƒ480,—960,—
fondsen voor bureau-oppassersS-22®»
I bureau-oppasser voor den opleidingscursus180,
periodieke traktementsverhoogingen94-060,—
personeele toelagen7 200,
30 inlandsche jongelieden ter opleiding, 15 a 180, en
15 a 120,—4-5°°>
toelagen aan mantri's op de Buitenbezittingen54°°.
II inlandsche opnemers, 7 a ƒ672,1 a 504, 2 a
ƒ480,— en 1 a ƒ252,in het voormalige landschap
Lingga-Riouw en Onderhoorigheden6.420,—
Totaal 478.900,—
De raming is verhoogd met:
ƒ42.660,— voor uitbreiding van het personeel (zie de Memorie van Toe
lichting)
ƒ11.700,— wegens herziening van de bezoldiging van een gedeelte van
dat personeel (zie de Memorie van Toelichting)-,
ƒ1080,wegens meerdere behoefte aan toelagen voor de mantri s op de
Buitenbezittingen
10,- aan periodieke traktementsverhoogingen.
Zij is echter verminderd met ƒ1830,wegens mindere behoefte aan
personeele toelagen.
De drie getallen geven aan de raming voor 1915, het toegestaan bediag voor
1914 en het verschil voor 1915»
