3°° De Heer Polêe zou het in het belang der vereenigïng op prijs stellen indien deze zaak niet verder in de vergadering besproken werd en ziet daarom van het woord af. De Heer Verhoeven is het niet eens met de wijze waarop dit punt behandeld wordt. De Heer Roelofs meent dat over de wenschelijkheid, uitge sproken in het eerste deel der motie wel geen verschil van gevoelen zal bestaan. Hij acht het geheel overbodig om het eerste deel der motie in stemming te brengen. JDe Voorzitter stelt voor, het eerste gedeelte der motie voor kennisgeving aan te nemen, (applaus). Punt f De Voorzitter deelt mede dat van den redacteur den Heer P. J. Hamelberg bericht is ingekomen dat hij tot zijn spijt wegens militairen dienst niet in de gelegenheid is om de ver gadering bij te wonen. Op voorstel van den Heer Krijgsman worden de beide redacteuren, de Heeren Polêe en P. J. Hamelberg bij acclamatie herbenoemd. Punt g. Bij opstaan en zitten wordt als plaats van bijeenkomst in 1915 aangewezen Amsterdam. Punt h. De Heer Smit zegt eene motie van orde te willen indienen strekkende tot het niet in behandeling nemen van dit agendapunt. Het voorstel-Kloosterboer is zijns inziens strijdig met de statuten onzer vereeniging, volgt althans niet uit de statuten. Het komt hem beter voor om alle punten buiten te sluiten, die aanleiding zouden kunnen geven tot een politiek debat. Het verband tusschen het doel van onze vereeniging en het streven van den Anti-Oorlog-Raad is bovendien moeielijk aan te wijzen. De Heer Roborgh zou dat verband wel kunnen ontdekken, indien b.v. bij den voorsteller de vrees voorzat, dat tijdens een oorlog de bouten uit de kerktorens zouden worden weggeschoten. De Heer Roelofs is het niet eens met den Heer Smit. Tegen het in behandeling nemen van het voorstel-Kloosterboer bestaat z.i. geen bezwaar. De Heer Kloosterboer zegt ongeveer het volgende: Collega

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 318