3° i Smit is zoo beleefd geweest, mij van te voren zijne motie mede te deelen. Ik weet niet wat te antwoorden op dergelijk cynisme in tijden als deze. Ik vraag de gelegenheid mijn voorstel toe te lichten, ik wensch het niet in te trekken. Wat die statuten aangaat wil ik alleen dit zeggenstatuten zijn de grenzen die we ons zeiven gesteld hebben, de cirkel waar buiten we niet gaan in normale tijden. Zijn deze tijden normaal? Laten we niet verstarren, niet kristalliseeren binnen dien engen cirkel en als ernstige belangen het eischen (en dat de belangen ernstig zijn, hoop ik U juist aan te toonen) een klein, voorzichtig stapje wagen buiten dien kring. Zoo blijven we een levende organisatie, die voeling houdt met het wreede en hevige leven daarbuiten. Het zou me niet moeielijk vallen mijn voorstel mèt de statuten te verdedigen. Is de bloei van onzen bond niet gebaat bij vrede? Zijn we door oorlogsdreiging alléén thans niet reeds in onze finantieele wenschen totaal verlamd Maar de ellende van dezen strijd gaat zoover boven alles uit, dat me dergelijke verdediging tegenstaat. Ik noem het moreele plicht van alle bonden, hier niet onverschillig tegenover te staan. Bovendien is de Anti-Oorlog-Raad geenszins een politieke ver- eeniging. De Heer van Riessen geeft in overwegingom den materieelen steun aan den A.O.R. uit te schakelen, maar heeft geenerlei bedenkingen tegen het in behandeling nemen van het voorstel om moreelen steun te verleenen. Hij herinnert er aan dat tijdens den Boeren-oorlog eene aanzienlijke bijdrage uit de vereenigings- kas werd gegeven, maar dat het volgend jaar dit besluit werd betreurd om den toenmaligen stand der geldmiddelen. Laat ieder liever persoonlijk zijne finantieele bijdrage aan den A.O.R. zenden. De Heer Smit heeft niets tegen den A.O.R., maar hij acht debat over dit onderwerp minder wenschelijk om dezelfde redenen die debat over de motie van Wiechen-Stakman deden vreezen. Zoo noemt b.v. de S.D.R den Anti-Oorlog-Raad «boerenbedrog», terwijl ook een gedeelte van de S.D.A.R fel tegen den A.O.R. stelling neemt. Wil men de kans loopen dat een lid deze meening hier komt verdedigen Spreker laat de beslissing gaarne aan de vergadering over.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 319