3°3
Het zij mij dus vergund voor 't oogenblik de pennevrucht der
heeren de Korver en Krijgsman in 't algemeen te behandelen,
waarbij trouwens vanzelf eenige artikelen van hun ontwerp zullen
worden aangeroerd, om straks bij de artikelsgewijze bespreking
meer op onderdeelen in te gaan.
In de eerste plaats wordt gezegd dat ik een te enge of beperkte
beteekenis zou hechten aan de op de algemeene vergadering van
J913 gevallen beslissingen.
Hiertegenover stel ik de bewering dat ik heb getracht naar
zoo ruim mogelijke bepalingen, die zoo min mogelijk de ont
wikkeling van een gezond vereenigingsleven in den weg zullen
staan; welke bewering ik met voorbeelden zal bewijzen.
Daarbij dient in 't oog gehouden te worden, i dat onze nieuwe
statuten uitdrukkelijk voorschrijven dat het huishoudelijk reglement
geen bepalingen mag bevatten, strijdig met de statuten en 2dat
vraag 8 van de agenda onzer jaarvergadering 1913 spreekt van
de «mogelijkheid» van correspondentschappen.
Naar mijne meening hebben de ontwerpers van het concept
H. R. of verzuimd deze beide zaken in aanmerking te nemen,
of ze hebben een oogje dicht geknepen om van de afdeelingen
thans nog te redden wat ze konden.
Art. 1 van het concept schrijft voor dat in alle plaatsen waar
leden wonen, dus gewone en buitengewone, of alleen gewone of
misschien ook alleen buitengewone leden, een gewoon lid als
correspondent wordt aangewezen.
Nu voelt toch een ieder dat deze redactie het gevolg is van
zeer enge opvattingen; blijft ze ongewijzigd dan zou b.v. in een
plaats waar alleen buitengewone leden wonen eenvoudig geen
correspondent benoemd kimnen worden, evenmin als b. v. in Indië.
Dit zou zijn in strijd met art. 4 onzer statuten dat zoo ruim
mogelijk is.
Mijn redactie laat mogelijkheid voor alle gevallen, is dus alge-
meener en staat in 't geheel niet in den weg aan de bedoeling
die de heeren de Korver en Krijgsman wel niet mij zullen deelen
n. 1. om in de eerste plaats in de 34 plaatsen waar in ons land
kadasterkantoren zijn gevestigd een correspondentschap te vestigen.
Art. 2 en 3 van het concept leggen nu dwang op, dwang in
de beteekenis die we er ten vorigen jare bij onze discussies aan