3o6 «bij referendum te doen verwerpen, omdat dat besluit aan «het bestuur niet welgevallig was.» zijn in 1912 door het bestuur, waarvan ik het mij een eer reken toen deel te hebben uitgemaakt, ten stelligste teruggewezen en desondanks worden ze thans opnieuw gebezigd. Dit is niet te rijmen met den goeden toon die in onze vereeniging dient te worden in acht genomen. Ter bestrijding van mijn amendement was het geheel overbodig en dat de ontwerpers iets voelen van mijn bezwaren tegen hun art. 47 2e deel blijkt wel hieruit dat zij «duidelijkheidshalve», zooals zij het uitdrukken, daaraan door hun gewijzigde redactie tegemoet trachten te komen. De Heer Krijgsman zal verschillende door den Heer van Riessen gemaakte opmerkingen bij de artikelsgewijze behandeling beantwoorden. Op enkele hoofdpunten wil hij thans nader ingaan. Wat de splitsing der algemeene vergadering in twee deelen betreft: verleden jaar is onze vereeniging in zooverre van karakter veranderd dat voortaan daarin èn de wetenschappelijke vereeniging èn de ambtenaarsvereeniging der Landmeters zijn ondergebracht. Dit beginsel nu is in het ontwerp-Huishoudelijk Reglement door gevoerd, Aan beide onderdeelen der vereeniging dient gelijke kans te worden geboden om tot hun recht te komen. Spreker acht het tweede, huishoudelijk gedeelte der algemeene vergadering even belangrijk als het eerste. Dat het tweede gedeelte niet noodig zou zijn in sommige gevallen is moeielijk aan te nemen. Niet alleen zal er altijd wel wat te verhandelen zijn met betrek king tot onze ambtenaarsbelangen, maar bovendien somt art. 17 van het ontwerp Huish. Regl. een viertal punten op die steeds in het huishoudelijk deel der vergadering ter sprake moeten worden gebracht. Wat de correspondentschappen aangaat, sprekers eigen meening is dat inderdaad alleen gewone leden als correspondent behooren op te treden. Hij zou het b.v. beter vinden dat de leden in Indië geen correspondentschap in den zin van het Huish. Regl. vormden, want aanzienlijke vertraging in de afdoening der ver- eenigingszaken zou het gevolg zijn indien steeds het advies van het correspondentschap Indië moest worden afgewacht. Het zou wellicht aanbeveling verdienen om art. 1 aan te vullen met eene

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 324