37 ambt «Voorst», n.l. die te Voorst, Twello, Wilp en Terwolde, tusschen de jaren 1707—1729 ongeveer f 6900.— meer hadden bedragen, dan de inkomsten uit de tot deze kerken behoorende goederen beliepen en dat «te kort» van gemiddeld ongeveer f 300per jaar werd geregeld uit de ambtskas aangezuiverd. In het verbaal der «verponding» van het jaar 1661 betreffen de het ambt «Rheden» werden bedragen uitgetrokken «tot repa ratie aan de wehme tot Rheden» en van den «toorn tot Span- ckeren» en zoo sprong telkens de ambtskas bij tot voorziening in het onderhoud van pastorieën, kerken en torens, wanneer de daarvoor speciaal aangewezen kerkelijke middelen onvoldoende bleken te zijn. 't Kwam echter ook voor dat men om de ambtskas te sparen aan de «Marken» en «Dorpspolders», die als publiekrechtelijke lichamen van ouds in velerlei zaken van algemeen belang hadden voorzien, voor kerkelijke doeleinden om bijdragen vroeg, die dan ook dikwijls en onder velerlei vorm werden verleend. Een eigen aardig voorbeeld daarvan levert de oude Maalschap »Kootwijk,» In 1618 moest in den toren te Kootwijk eene nieuwe klok worden aangebracht. Kerkelijke goederen waren wel aanwezig, doch de inkomsten daaruit vrij gering, terwijl de vaste jaar- lijksche «uitgangen» welke van vele landerijen aan de kerk moesten worden opgebracht, óf niet óf zeer onregelmatig werden betaald. Eene som van f 125.— ontbrak eindelijk nog aan het voor de nieuwe klok benoodigde bedrag en nu vroeg men een voudig uit de «Malenkas» aanvulling van de ontbrekende som. Ook in die kas was «geld» echter vooral in dien tijd, eene vrij zeldzame verschijning, «grond» bezat men echter bij dui zendtallen van hectaren, doch daar van verkoopen, dat deden de «Malen» toch ook liever niet. Noodig was dat ook niet, want er was immers nog ruimte voor velen op de uitgestrekte velden en zoo verpandde men dan voor de som van 125 Caroli guldens aan Ghijsbert van Lange veltten behoeve van eene zekere hoeve gelegen buiten de Maalschap een «zichtgang» in de Koot- wijker «Malenvelden» met het recht van heide te maaien, turf te steken of te graven, plaggen en struiken te houwen van «Puurveen» door het «Loobosch» tot Hoog Buurloo en «Stevens pol» toe. «Und dat voer den tijt van twintich Jaeren aenvancke- «lick meij anno XVJc achthijn, op welcke pantschap Lange v e 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 37