54 «aldaar kadastraal bekend in sectie nommers 392 en 393, «voor het kadaster wordt opgenomen en vastgesteld in over- «eenstemming met den op dit oogenblik bestaanden terreins - «en bezitstoestand.» G. weigerde beslist te teekenen, verklaarde echter zich niet tegen de voorgenomen wijziging van de kaart te zullen verzetten, maar te meenen dat hij er volstrekt geen belang bij had, daar het niemand in zijn hoofd zoude komen om hem zijn huis met open plaats, zooals hij die bezat en jaren lang had bezeten, voor een gedeelte te betwisten en dat het hem geheel onverschillig was hoe zijn perceel op de kadastrale kaart stond afgebeeld en welke grootte het kadaster er voor wenschte te boeken. Na teekening van de verklaring door K. is toen, om een eind aan de zaak te maken, maar aangenomen dat de kaart en niet de akte van 1842 foutief is geweest en zijn kaart en grootten f)ij wijze van redres gewijzigd. Waarom stond G. in dit geval zoo sterk, voornamelijk omdat de grenzen van zijn bezit niet twijfelachtig waren, c d was een dikke hooge muur zonder eenige opening of eenig ander teeken, dat daarin ooit een deur of poort was geweest, het huis op a b c d was een hoog gebouw waarbij het open plaatsje in gebruik was, terwijl op de plaats waar volgens de kaart de scheiding tusschen de nommers 392 en 393 moest zijn, in 't geheel geen muur of andere afscheiding aanwezig was. Laat ieder, die dit leest, uit het derde voorbeeld de les trekken, dat hij zorgen moet zijn eigendom goed te begrenzen, in de steden en dorpen door goed onderhouden muren, schuttingen of heggen en buiten door flinke sloten, diepe greppels, heggen, hekken, steenen palen enz. dan heeft hij geen grensbepalingen noodig en staat sterk wanneer een buurman het hem tracht lastig te maken of aankomt met een akte waarin de kadastrale aanduiding, ten gevolge van een vroegere onachtzaamheid, anders luidt dan de bezitstoestand aangeeft. Nadat men een perceel gekocht heeft, zoo spoedig mogelijk er heen om de oude grenzen na te zien en in orde te laten brengen als er iets aan ontbreekt en om voor de dikwijls met gaten, piketten of eindjes kielspit aangegeven nieuwe grenzen over de geheele lengte flinke greppels te laten graven of andere afscheidingen te laten maken, liefst in overeen komst met de buren zóó dat het midden van de afscheidingen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 54