58 verbinding aangebracht over de snijpunten L, K, enz. der diagonalen. Om en door den theodolietstand heen werd de waarnemings pijler gebouwd. Deze bestaat uit vier sparren van ongeveer 13 M. lengte. Zij werden niet vertikaal geplaatst doch hellen eenigszins naar binnen; de afstand van de vier palen van den waarnemings pijler tot den middelpaal is op den bodem 2 M., bij den top 1 M. De dwarsverbindingen behooren ook hier te zijn zooals in fig. 3 is aangegeven maar men moet in de eerste plaats er voor waken dat de theodolietpijler geheel vrij blijft en dan is het dikwijls moeilijk om die verbindingen zoo aan te brengen als eigenlijk het beste is. Bij dezen pijler zijn de verbindingen FE, EI, enz. daarom en ook omdat te voorzien was dat de bouw toch stevig genoeg zou zijn, achterwege gelaten. Na voltooiing van het werk bleek inder daad de stevigheid van den pijler ruimschoots voldoende te zijn. Even boven het punt C werd in den waarnemingspijler een vloer aangebracht waarin voor het doorlaten van den balk E D een opening werd vrijgelaten. De opstellingsplaats D van den theodoliet kwam op een hoogte van 1,20 M. boven den vloer, de kijker dus op ongeveer 1,50 M. De waarnemingspijler wordt gekroond door een dak in den vorm van een vierzijdige pyramide voorzien van een spits. Toen de pijler geheel voltooid was, werd de spits van den waarnemingspijler met den theodoliet geprojecteerd op het boven vlak D van den middelpaal en op den bodem bij E, waar onder den grond een verkenmerk werd geplaatst. Het gedeelte H E van den middelpaal kan, wanneer de theodolietstand eenmaal is opgericht, worden afgezaagd, waardoor het plaatsen van het verken- merk onder E gemakkelijker kan plaats hebben. Moet echter de pijler later op een ander punt worden herbouwd zooals hier het geval is, dan is het wenschelijk H E niet te verwijderen, ten einde D E bij het oprichten op den grond te kunnen laten steunen. De hoogte van den kijker boven den grond bedraagt bij dit signaal 11,80 M., die van de spits ongeveer 14 M. De kosten bedroegen dus, berekend naar de hoogte van den theodolietstand (11,50 M.), ruim f 2 2,— per meter hoogte. Hierbij dienen nog te worden opgeteld de tractementen van de 5 adspirant-landmeters en den landmeter die aan den bouw

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 60