ambtenaren. De titel van deze organisatie wijst reeds haar
werkkring aan; het doel tracht zij te bereiken door zich te
wenden tot Regeering en vertegenwoordiging, door het ver
spreiden van geschriften en door het houden van huishoudelijke
en openbare vergaderingen.
De Bond onderscheidt zich van andere vereenigingen hierdoor,
dat men bij de oprichting ervan niet gedacht heeft dat hem een
lang leven zou beschoren zijn. Immers meende men: Zoodra de
wettelijke regeling er is, zijn er geen redenen meer, om het
bestaan van den TBönd të doen voortduren. Men kon zich toen,
overtuigd van het goed recht der ambtenaren, niet indenken, dat
men in 1914 nog zou moeten propageeren, nog herhaaldelijk bij de
Regeering er op zou moeten aandringen, de toch zoo vurig
gewenschte en zoo noodzakelijke regeling van de rechtspositie
te doen tot stand komen.
Moet dus thans geconstateerd worden, dat, wat de regeling
zelve betreft, men in 1914 nog even ver is als in 1901, de jaren
die achter ons liggen zijn toch in velerlei opzicht niet vruchteloos
geweest. Men heeft door de voortdurende propaganda van den
Rechtstoestandbond dit bereikt, dat over de wenschelijkheid van
wettelijke regeling weinig verschil van gevoelen meer bestaat.
Sedert een reeks van jaren wordt bij de behandeling van de
Staatsbegrooting van verschillende kanten bij de Regeering aan
gedrongen op die wettelijke regeling. Van de Regeeringstafel
verneemt men geen principieele bestrijding. Integendeel, reeds
eenige jaren geleden is door de Regeering aan een «hoogst
bekwaam jurist» de opdracht verstrekt, een ontwerp samen te
stellen. Thans zegt men is het ontwerp gereed.
Mag dit dus als een resultaat beschouwd worden van het
voortdurend werken van den Rechtstoestandbond, het resultaat
is gering in verhouding tot de gevoerde propaganda. Wat al
openbare vergaderingen zijn niet gehouden, waarop met steeds
meer klem, met meerdere motieven is gewezen op de noodzake
lijkheid der wettelijke regeling! Met wat feiten is aangetoond
in De Rechtstoestandde grove willekeur waaraan ambtenaren
bloot staan, nu hunne rechtspositie niet wettelijk is geregeld?
En tochde Bond heeft het de Regeering zoo gemakkelijk ge
maakt, door haar aan te bieden een proeve van een wetsontwerp.
Aan feitenmateriaal behoeft het de Regeering niet te ontbreken.
66