75 behoort te zijn», op ruime schaal te verspreiden, en b.v. ook aan alle openbare leeszalen te verstrekken. Maar veel waardevoller dan het geschrevene is o. i. het ge sproken woord. AVij zouden het dan ook vooral wenschelijk vinden dat de landmeters in grooten getale gingen optreden als spreker in vergaderingen van land- en tuinbouwers. De gelegen heid daartoe is zeer gemakkelijk te vinden. In alle streken van ons land zijn de land- en tuinbouwers georganiseerd. In de winteravonden is het aantal vergaderingen hunner vereenigingen legio. Land- en tuinbouwleeraren en zuivelconsulenten treden er als sprekers op, de toon is er gemoedelijk, de gedachtenwisseling ongedwongen. Zonder twijfel mag worden aangenomen dat eene populaire verhandeling over het kadaster de belangstelling der plattelandsbewoners zal wekken, dat zij het kadaster als eene welkome afwisseling tusschen veevoeder en kunstmest zullen be schouwen. Ook in de kringen der grootgrondbezitters is belang stelling in dit onderwerp te verwachten. Het komt ons voor, dat een groot gedeelte der landmeters voor deze taak volkomen berekend is. De bekwaamheid en de lust om op deze wijze in het algemeen belang werkzaam te zijn, worden ongetwijfeld bij velen aangetroffen, de aanvankelijke schroom is spoedig overwonnen. De hier geschetste taak lijkt ons bovendien een aantrekkelijke te zijn. Voor wat de landmeter geeft zal hij ook iets terug ontvangen: vrijheid in optreden, beter inzicht in maatschappelijke en economische verhoudingen, kennis van de eischen die het publiek aan een goed kadaster stelt. Want wil het vernieuwde kadaster de sympathie van het publiek verwerven dan dient het onnoodige plagerij zooveel mogelijk te vermijden en aan billijke verlangens tegemoet te komen. Men denke hierbij b.v. aan den zeer verklaarbaren wensch van het publiek om afzonderlijke grootteberekening van de zeer onge lijkwaardige zaken: grond en water. En vooral daarom ook is deze taak eene aangename, omdat alle debat over juridische en administratieve kwesties die ten aanzien van een vernieuwd kadaster kunnen worden opgeworpen, liefst geheel moet worden vermeden. De oplossing van deze moeielijke problemen behoort geenszins tot de competentie van het publiek. Uitnemende deskundigen zullen dat ongetwijfeld in het reine brengen. Ook vragen als de kosten van daarstelling

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1914 | | pagina 79