totdat het door «spleet» en «draad» gevormde «viziervlak» gericht is op het te bepalen voorwerp en als 't ware met denzelfden oogopslag, wordt dan in het «prisma» de stand der verdeeling afgelezen, ter plaatse waar de vizier-draad zich op het beeld der verdeeling in het prisma projecteert, wat zeer goed tot in vierden van graden kan geschieden. Het prisma is van onderen ietwat bolvormig geslepen en geeft dus een vergroot beeld van de verdeeling, terwijl het door op en neer schuiven op den juisten afstand voor ieders oog ten opzichte dezer verdeeling kan worden gesteld. Zoo noodig kan het instrumentje zoo worden geconstrueerd, dat het neergeslagen vizierraampje tevens de naald arrêteert, terwijl dan verder een knopje aanwezig behoort te zijn, waarop kan worden gedrukt om tijdens de waarnemingen bij te groote «onrust» van de naald, de schommelingen ietwat te kunnen «dempen». In Engeland en Amerika wordt het instrumentje dikwijls ook nog van gekleurde «azimuthglazen» bij het prisma en van een spiegeltje aan het vizierraam voorzien, ten behoeve van «declinatie-bepalingen» met behulp van de Zon. Het instrumentje kan op een stokstatiefje ot ook wel op eene daarvoor «pasklaar» gemaakte «jalon» worden geplaatst, doch het kan desnoods ook wel zonder statief, los in de hand en zoonoodig zelfs wel te paard worden gebruikt. De afstanden zouden nu op de een of andere manier moeten 111 Fig. I. Fig. 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 115