114
passeeren ze elkaar, als de eerste na dat oogenblik nog 6 uur
32 minuten en de andere nog 8 uur 32 minuten noodig heeft om
resp. in Q. en P. aan te komen
5. Bepaal tot op V200 nauwkeurig: 63/7 3 3/ 6.
Woensdag 25 November, van 24 uur.
Stelkunde.
I. Een vader betaalt bij de geboorte van zijn zoon, en voorts
op eiken verjaardag van dien zoon tot en met den zeventienden,
eene som van f 200 aan eene maatschappij, onder voorwaarde
dat deze aan den zoon vijfmaal eene som van f 1000 zal uit
betalen, met tusschenpoozen van telkens één jaar, te beginnen
één jaar na den dag waarop de vader de laatste storting van
f 200 voldoet. Indien nu de maatschappij hare rekening opmaakt
op den dag harer laatste uitbetaling aan den zoon, hoeveel heeft
zij dan aan deze zaak gewonnen of verloren? Rente 41/2CVo-
II. Van eene meetkundige reeks van 8 termen is de 4de term 480;
de som der logarithmen van alle termen is 8 -)- 8 log 3 36 log 2.
Bepaal die reeks. *-</ KrJIro
IK
/L
III. Los x en v op uit:
9 x2 -f- 8y2 12 x 8y -f- 3 o.
2 y2 6 xy -f- 3 ;r 2 jy - 1 o.
IV. Herleid
1/ 15 3/6--63/2 ~\/r 15 f— V 6 -f- 63/2
Donderdag 26 November, van 9—12 uur.
Vlakke- en Boldriehoeksmeting.
1. Van een boldriehoek A B C zijn gegeven een zijde (1040
15' 23") en de aanliggende hoeken (64° 13' 21" en 450 17' 23").
Bereken de zijde van een gelijkzijdigen boldriehoek, die op
denzelfden bol gelegen is, en hetzelfde oppervlak heeft als A B C.
2. Bewijs dat in een boldriehoek waarin ,/C=9O0is:
cos2 A sin2 c sin [c -f- a) sin c a).
3. Als in een vlakken gegeven is dat
(C2 _j_ j2) Sin (C B) (r2 62) sin (C B)
dan is die rechthoekig of gelijkbeenig. Bewijs dit.