van den electrischen stroom naar verschillende richtingen gaan,
samen een uit een positief en een negatief bestanddeel gemengd
«hydrogel» geven, terwijl op enkele uitzonderingen na gelijk ge
laden «hydrosolen» geen «gel-afscheiding» veroorzaken.
Positief geladen zijn de hydroxyden-coWo'iden, zooals ijzer
en aluminiumhydroxyde en deze bewegen zich dus naar de
negatieve pool, terwijl de colloïden van platina, goud, tin-
oxyde, seleen en arseensulfide negatief zijn geladen.
Op physiologisch gebied zijn deze absorptie verbindingen der
«gemengde» hydrogels van groote beteekenis ter verklaring
van de verschijnselen der stofwisseling, daar de weefsels en
vochten zoowel in het planten- als dierenrijk uit colloïdale stoffen
bestaan en de reacties tusschen deze onderling en met minerale
stoffen zoo geheel verschillend zijn van die der kristalloïdale op
lossingen.
Merkwaardig is de eigenschap der colloïden, dat eene geringe
hoeveelheid van een reversibelcolloid gevoegd bij een irre
versibeldit laatste in een reversibel kan veranderen, zoodat
er geene «coagulatie» meer plaats vindt bij toevoeging van
electrolyten en de «soltoestand» dus gehandhaafd blijft.
Zoo beschermt eene geringe toevoeging van «gelatine» een
«goudsol» tegen neerslag door electrolyten en ook lijm, gom,
eiwitstoffen etc. kunnen als dergelijke «beschuttingscollo
ïden» optreden; door Zsigmondy werd naar aanleiding hiervan
het «goudgetal» ingevoerd, dat in milligrammen de hoeveel
heid van het «bescherm-colloïd» aangeeft, dat nog even on
toereikend is om de kleursverandering van rood tot blauw van
ioo c.c. van het hoogroode goudsol door i c<- van eene 10 °/o
chloornatrium-oplossing te beletten.
Van hooge beteekenis is dit goudgetal vooral voor de orga
nische colloïden, daar het afhankelijk is van den physischen en
chemischen toestand, waarin deze zich bevinden en de psysiologische
wetenschap wordt er dus door in staat gesteld om althans eeniger-
mate de wijzigingen na te kunnen gaan, welke bijv. in de zoo
veranderlijke eiwitstoffen plaats grijpen.
Wanneer een door middel van eene lens geconcentreerden
lichtbundel door eene oplossing wordt geworpen en men ziet
daarnaar in eene richting loodrecht op dien bundel, dan blijft
het gezichtveld donker, wanneer de vloeistof homogeen is en
124