De kleinste diameter dezer schijfjes is waarin «a» de golflengte van het licht beteekent en «a» de «apertuur» van het gebruikte objectief; evenals de meest volkomen verrekijker ons de sterren slechts doet zien als «buigingsschijfjes», waar van de middellijn des te kleiner wordt, naarmate het objectief van den kijker grooter is, zoodat de kleinere sterren alleen door meerdere lichtconcentratie tegen donkeren achtergrond zicht baar worden, zoo geeft ook het microscoop ons geen «waar» doch slechts een «schematisch» of zoogenaamd «typisch» beeld van de beneden bovenbedoelde grens gelegen kleinere voorwerpen, welke echter onder behoorlijke verlichting als buigingsschijfjes waargenomen kunnen worden, wanneer hunne onderlinge afstan d slechts grooter is dan de grens van het oplossend vermogen. Op tweeërlei wijze kan hier dus in letterlijken zin onze «blik» verruimd worden en wel in de eerste plaats door gebruik te maken van licht van kleinere golflengte en in de tweede plaats door de «apertuur» te vergrooten, welke afhankelijk is van den «openingshoek» van het objectief en van den «bre kingsexponent» der gebruikte «immersie»-vloeistof, zoodat a n X sin 1 is» waarin «n» de brekingsexponent voorstelt en «2» de halve «openingshoek» van het objectief. Ten opzichte van de vergrooting der apertuur, zijn ten gevolge van het ontbreken van sterk lichtbrekende stoffen, welke beter dan de thans gebruikelijke als «immersie» vloeistof dienst zouden kunnen doen, ons voorloopig vrijwel practische grenzen gesteld, zoodat verdere vergrooting, van het oplossend vermogen ge zocht zal moeten worden in het gebruik van licht van kleinere golflengte. De golflengte A van het licht bedraagt voor de in het rood gelegen Fraunhofersche lijn «A» van het spectrum 0,761 en voor de in het violet liggende lijn //2 slechts 0,394 zoodat de golflengte van het roode licht dus ongeveer tweemaal zoo groot is als die der violette stralen en waaruit dus volgt, dat het oplossend vermogen van het microscoop in hooge mate kan worden bevorderd door gebruik te maken van licht van kleinere golflengte, zooals blijkt bij gebruik van licht uit het blauwe gedeelte van het spectrum. De ultra violette chemischestralen worden echter door de I 26 2 a

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 130