de resultaten zijner onderzoekingen in wiskundigen vorm te om
lijnen, doch hij waarschuwt weder:
«Die Mathematik ist in der Produktionslehre aufzufassen wie
Hammer und Meissel des Bildhauers. In der Hand des Meisters
sind sie ihm die Hülfsmittel um erhabene Gedanken zu verkör-
pern. Die unbefugte Hand zerstört mit denselben die grossartigen
Schöpfungen der Natur und der bildenden Ivunst. Darum soil
nur derjenige sich von dieser Hülfswissenschaft bedienen, der
zum logischen Denken befdhigt ist; denn nur zu oft dient sie
dazu um den Mangel logischer Gedanken zu bemanteln-»
Aan van Schermbeek danken wij de mooie uitdrukking
getoetst aan de tabellen van Schiffels werk «die Wuchsge-
setze normaler Fichtenbestande» dat in boschbestanden,
van de Spar (Picea excelsa) waarin de wortels der afzonderlijke
individuen onderling met elkander vergroeien, evenals dat bij
Zilverspar (Abies pectinata), Larix (Larix europaea), Beuk
(Fagus sylvatica), Teak of Djatti (Tectona grandis), etc. het
geval is, zoolang de bosschen goed gesloten blijven, de kwa
draten der kroonhoogten omgekeerd evenredig zijn met
het aantal stammen per H.A.; stelt «n» het aantal stammen
en de kroonhoogte voor, dan is gedurende dit tijdvak n X l2
eene constante grootheid, afhankelijk van de standplaats.
Het wortelgestel van de bij de «dunningen» weggehakte
levende stammen van een dergelijk bestand helpt onmiddellijk
mede bij de waterverzorging der overblijvende boomen zoo
lang de «dunningen» althans niet zoo sterk ingrijpen, dat eene
onvolkomen beschaduwing van den bodem ontstaat en de
aldus versterkte waterstroom drijft de vegetatiepunten langs het
mantel vlak der overblijvende kronen tot verhoogde werkzaamheid. 2)
Boomen, waarvan de wortels der afzonderlijke individuen niet
met elkander vergroeien, zooals dat bij den Pijnboom (Pmus
sylvestris) en den Eik (Quercus, sp.) het geval is, kunnen niet
zoo spoedig op de betere voorwaarden tengevolge van «dun
ningen» reageeren, daar hun wortelsysteem zich individueel eerst
aan den nieuwen toestand moet aanpassen.
133
Leitfaden, «Vorwort».
2) A. J. van Schermbeek. Einige Leitsatze bezüglich der forstwissenschaftlichen
Forschung. Seite 13, 26, etc.