137
«Fides» borg en al zijn de tijdsomstandigheden thans anders en
zullen zijne jongeren gelukkig niet meer bij den «meester»
zweren, zooals die van Pythagoras, wier meening zwichtte voor
een avrèg s(pyj «de meester heeft het gezegdtoch blijkt uit
het bovenstaande voldoende, welke machtige bekoring ook van
dezen grootmeester der boschbouwwetenschap uitging.
In deze enkele bladzijden hebben wij gepoogd in korte trekken
het grootsche streven van van Schermbeek te schetsen in de
hoop ook hen, die minder nauw bij den «b os c hbo uw» zijn
betrokken nader tot zijn ideeën te brengen en op te wekken tot
nadere kennismaking met zijne werken.
Zijn onbevangen «blik», ook op economisch gebied, blijkt ook
uit de stellingen welke in 1907 door hem werden aangeboden
aan het 59e Nederlandsch Landhuishoudkundig Congres
te Gorinchem, waaruit wij slechts de volgende willen aanhalen
XII. «Het grootendeels individualistische Nederlandsche volk,
dat door zijne geschiedenis een speculatief koopmanskarakter
aannam, heeft op het gebied van grondgebruik behoefte aan
opfrissching der oeconomische wet, dat in eiken geordenden
modernen staat de som der grondgebruiksrechten evenwicht
dient te maken met de som der grondgebruiksplichten».
XIII. «In eiken geordenden staat is het begrip «vrijheid»
met betrekking tot den bodem, op te vatten als die vorm van
rechtsuitoefening, waarbij de staatsburgers elkaar zoo min
mogelijk belemmeren in de vervulling hunner grondgebruiks
plichten tegenover de volksgemeenschap*
XV. «De vorm en grootte onzer eenheden van bodem-
bedrijf zijn geen uitvloeisel van de wetten der landhuishoudkunde,
maar wel van de oekonomische traagheid van het meerendeel
der houders van grondeigendomsrechten. 2)
T. PolÊE.
1A. J. van Schermbeek, Hooger Onderwijs in Landhuishoudkunde.
2) De onderstreepingen zijn van ons met het oog op het volgende artikel betief-
fende de «Ruilverkavelings-actie»T. Polêe.